Preek van zondag 7 januari 2024 Preek van zondag 7 januari 2024
Onderschatting van het kwaad

Veel mensen, zowel binnen al buiten de kerk, hebben moeite met het Oude Testament. Vind je daar niet de meest wonderlijke wetten, bijvoorbeeld over wat je onrein maakt of wat je wel en niet zou mogen eten? Lees je daar ook de meest gruwelijke slachtpartijen die in naam van God of anders wel met instemming van God worden aangericht? Dat zijn inderdaad de lastigste passages – we zullen er de komende bijbelcursus ongetwijfeld bij stilstaan. Toch moet je tegelijk beseffen dat het Evangelie niet zonder dat Oude Testament te begrijpen is. Dan zou je allerlei dwarsverbanden en doorkijkjes missen. In het bijzonder laat iemand als Matteüs dat zien in zijn evangelie, als hij keer op keer naar het Oude Testament verwijst. Bijvoorbeeld door Jezus telkens te vergelijken met Mozes, de grote leider en bevrijder van Israël. Van jongstaf aan zouden ze al op elkaar lijken en zouden hun levens parallel lopen. Want meteen bij hun geboorte worden ze allebei bedreigd. Mozes door de farao, die alle jongetjes in de Nijl wil gooien. Jezus door koning Herodes, die in Betlehem de kinderen laat vermoorden. Beiden krijgen dus te maken met een wrede vorst die over lijken gaat. Ook zouden ze allebei in Egypte hebben gezeten. Mozes werd daar geboren, en Jezus kwam daar volgens Matteüs als vluchteling terecht, samen met Jozef en Maria. Omgekeerd hebben ze ook allebei dezelfde reis terug gemaakt, dwars door de woestijn, naar het beloofde land. Zo zijn ze allebei ooit door God uit Egypte weggeroepen, aldus Matteüs.

Zoiets vertelt Matteüs met een speciale boodschap: volgens hem is Jezus de tweede Mozes, of liever: de nieuwe Mozes. Want Jezus staat in de lijn van deze beroemde voorganger maar is meteen ook een maatje groter. Israël, zo laat het Oude Testament zien, heeft meerdere religieuze grootheden voortgebracht – inspirerende leiders en bevrijders, koningen en profeten − maar deze Jezus is de ware zoon van Israël, de man Gods, de messiaanse leider waarop het volk zat te wachten. Dat is wat Matteüs telkens benadrukt, ook hier in dit verhaal over de kindermoord. Of dat naar een historisch gebeuren verwijst – daarvoor zou ik mijn hand niet in het vuur steken. Je vindt het niet bij de andere evangelisten en ook niet buiten de Bijbel, bij de geschiedschrijvers van toen. Die vertellen nergens over deze wandaad van Herodes, terwijl ze genoeg andere kennen. Maar het gaat om de boodschap van Matteüs: voor hem is Jezus de nieuwe Mozes. Met meteen ook deze aanvulling: vaak heeft iemand, die zijn leven toewijdt aan God, het niet makkelijk in deze wereld. Denk aan alle weerstand die Mozes ondervond, ook hij moest vluchten. Denk aan het verzet en de vijandschap die Jezus opriep. In dit verhaal over de kindermoord schemert al iets door van het grote gevaar en uiteindelijk de pijnlijke kruisiging die Jezus in zijn leven tegemoet gaat.

Natuurlijk denk je bij dit barre verhaal meteen aan de actualiteit van de laatste maanden. Eerst de slachtpartij van Hamas waarbij meer dan duizend weerloze burgers, jong en oud, op gruwelijke wijze zijn omgebracht. En nog steeds, laten we dat niet vergeten, worden meer dan 200 mensen in gijzeling gehouden. Daarna kwam de overdonderende reactie van Israël in Gaza. Daar worden duizenden onschuldige mensen, onder wie veel kinderen, genadeloos de dood in gejaagd. Een strijd of strafexpeditie waarbij steeds vaker het woord ‘genocide’ valt. Farao en Herodes zijn nog altijd dichtbij in deze wereld. En vrede lijkt verder weg dan ooit, je moet eerder vrezen voor verdere escalatie met nieuwe golven van wraak, terreur en geweld. Met als blijvende ingrediënten: de strijd om de macht en de angst voor elkaar.

In mijn optiek heeft het allemaal niets met God en geloof te maken en moet je dat er zoveel mogelijk buiten laten. Anders dan een eenzijdig georiënteerde groep als Christenen voor Israël doet, die graag schermt met allerlei bijbelse beloften of profetieën. Nee, wat er nu gaande is, inclusief de complexe voorgeschiedenis van de afgelopen 75 tot 100 jaar, moet je niet duiden met oude teksten van meer dan 2000 jaar geleden. Dan laat je de Bijbel buikspreken en ga je nog meer brokken maken. Er moet gewoon – maar dat is niet zo gewoon − een rechtvaardige oplossing komen waar alle partijen mee kunnen of leren leven, een oplossing die duurzame vrede brengt in het Midden Oosten. En die komt er niet als partijen het gedrag blijven kopiëren van de farao in Egypte of een koning als Herodes, bij wie een leven, zelfs een kinderleven niet in tel is. Zulk gedrag, laat dat duidelijk zijn, heeft niets, maar dan ook helemaal niets met God te maken. Claim God of Allah niet voor zulk geweld.

Na de Kerst – de kerkenraad had me aanbevolen rustig aan te doen – heb ik zitten lezen in een dik boek over de opkomst van het humanisme. Die beweging begon in Europa zo in de late Middeleeuwen en kent grote namen als Erasmus, een geleerde en ook religieuze man. Zeker in de eerste tijd was er dan ook geen tegenstelling tussen christenen en humanisten, veel mensen waren beide tegelijk. In zekere zin lijkt me dat een must: als gelovigen niet ook humaan zijn, kunnen we wel inpakken. Toch heeft het daaraan vaak ontbroken in de kerk. We kennen de barre verhalen over de kruistochten en de inquisitie, de vervolging van ketters, heksen en anderen. Alsof het een bewijs van je geloof was, je volledige toewijding aan God, om iemand die anders is zoveel mogelijk dwars te zitten of zelfs uit de weg te ruimen. Deze humanisten wezen dat af en stonden voor een grote vrijheid in denken en doen, zolang je een ander geen schade toebracht. En dat deden ze vanuit een positieve kijk op de mens. Die zou, zeker als je het nodige aan opvoeding en beschaving deed, tot grootse dingen in staat zijn. Daarbij wees men graag naar de grote stappen op het gebied van tolerantie, en ook op dat van wetenschap en techniek, die in het westen zijn gemaakt. Hebben we dat niet nodig – meer humanisme – om het geweld uit te bannen en wereldwijd tot vrede te komen? Is dat niet het antwoord op zo’n kindermoord in Betlehem?

Dat klinkt uiterst sympathiek, maar heeft ook een zwakke, om niet te zeggen naïeve kant. Daarop wijzen denkers die men tot de antihumanisten rekent. Zij laten zien dat de mens altijd weer een onbetrouwbaar en dubbelhartig wezen is, een vat vol tegenstrijdigheden. Enerzijds vol mooie gedachten en goede bedoelingen, anderzijds vaak gedreven door duistere machten als hebzucht, heerszucht en geldingsdrang. Mensen kunnen heel humaan overkomen maar dat kan ook zomaar weer als sneeuw voor de zon verdwijnen. Beschaving is een dun laagje vernis dat oplost als je wordt meegezogen in een foute hype of ideologie, weten we van onze oosterburen. Net zoals Het Goede Doel ooit vriendschap bezong, als een illusie en een droom: vriendschap als een pakketje schroot met een dun laagje chroom. Humanisten onderschatten in deze wereld de macht van het kwaad, wordt wel gezegd, en die is macht groot, leert ons de dagelijkse actualiteit. En dan hoef je niet uit te komen bij de leer van de erfzonde, die het christendom lange tijd koesterde. Ook dat is weer eenzijdig, naar het negatieve. Maar hoed je voor zo’n naïeve onderschatting van het kwaad! Dat lijkt me een goed motto voor 2024. Een jaar waarin wereldwijd en ook in ons eigen land de democratie en de humaniteit op de proef worden gesteld. Doe niet aan onderschatting van het kwaad!

Als christenen kunnen we de wereld niet zomaar indelen in goed en kwaad, lekker simpel, met ons zelf aan de goede kant. Nee, we beseffen dat die twee vaak dwars door elkaar heen lopen, niet alleen in deze wereld maar ook in een mens. En dat het altijd weer een strijd is, ook een innerlijke strijd, om te proberen wat Paulus noemt: het kwade overwinnen door het goede. Dat gaat niet zomaar, zal Paulus dan benadrukken. Want om als wispelturig, innerlijk tegenstrijdig mens los te komen uit die zuigkracht van het kwaad, heb je geestkracht van God nodig. Heel specifiek heb je dan de liefde van Christus nodig en de inspiratie van zijn Geest. Pas waar zijn Geest van goedheid en genade aan invloed wint, in de wereld en in onszelf, daar wordt het kwaad meer en meer teruggedrongen. Zo benadrukt ons geloof het goede in de mens zonder het kwade te onderschatten.

Dat alles speelt mee in de viering van het Avondmaal, bij het delen van brood en wijn. Daar weten we ons door God aanvaard, ook al zijn we wispelturige en feilbare mensen. Daar weten we ons verbonden met Christus en elkaar, en laten we ons voeden door de liefde. En daar dromen we met Jesaja van de tijd dat God een vredesmaal aanricht op zijn heilige berg, en – staat er zo mooi − de sluier vernietigt waarmee alle volken omhuld zijn. De sluier van onze hebzucht, machtswellust en kortzichtigheid, de sluier die volken aanzet tot blinde haat en genadeloos geweld. Waar die sluier wordt vernietigd door Gods Geest van liefde, daar krijgt het goede alle ruimte om het kwaad te overwinnen. Amen

 
terug