Zondag 25 augustus 2024
Inleiding bij de lezingen
We gaan vandaag samen aan tafel om ‘de maaltijd van de Heer’ te vieren.
Ter gelegenheid daarvan wil ik met jullie nadenken over één vers uit het evangelie van Johannes. Daar zegt Jezus aan het einde van hoofdstuk 16:
“Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld,
maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.”
Ik vroeg me af: wat is dat voor gekkigheid?
Waarom zegt Jezus niet ‘Ik gá de wereld overwinnen’ of ‘Ik wíl de wereld overwinnen’? Maar nee, Hij zegt: ‘Ik héb de wereld overwonnen’?
Dat is toch niet te gelóven...?!
Het zou natuurlijk geweldig zijn als we Hem hier wél op zijn woord konden geloven. Wat een rust zou daarvan uitgaan! Dat zou ons hoop en moed kunnen geven, ook in spannende en verwarrende tijden als deze...
Vandaar dat ik besloot om over deze woorden met u na te denken...
Als schriftlezing heb ik gekozen voor het verhaal van de Emmaüsgangers.
Omdat dat verhaal zowel bij de preektekst aansluit, als bij de viering van het avondmaal.
Laten we samen bidden om de Geest met de woorden van Lied 333...
Preek over Johannes 16: 33
Broeders en zusters,
Jezus spreekt zijn leerlingen toe en zegt: “Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.”
In Amsterdam had ik een collega, die ons bij elk afscheid bemoedigde met de woorden ‘Vrolijk verder!’ Zo leefde hij zelf ook, en ik putte daar in die tijd moed uit. Maar ik moet bekennen dat me dat met de jaren moeilijker valt.
Misschien komt het door de invloed van de media op ons leven - de media zijn tegenwoordig overal twentyfourseven en schotelen ons de hele wereld voor.
Het kan ook zijn dat het komt doordat ik ouder word en daardoor gevoeliger voor onheil en verdriet...
- ik weet het niet...
In ieder geval struikelde ik over deze tekst uit het evangelie van Johannes en ik dacht: hoe kan Jezus dat in ’s hemelsnaam gezegd hebben...
De wereld is een strijdtoneel, en die strijd is alles behalve eerlijk. Niet zelden denk ik: hoe is het mogelijke dat zulke dwazen aan het roer staan? Waar is het gezond verstand; en wie roept hen tot de orde? Mijn hart draait regelmatig om vanwege het kwaad, het leed van de armen, de onmacht van de rechtelozen, het verdriet van miljoenen slachtoffers... ik word er misselijk van...
Dus kom me niet aan boord met ‘dat Jezus Christus de wereld heeft overwonnen’
Maar tegelijk loop ik ook lang genoeg mee in “de stoet van pelgrims” die de kerken bevolken om dit soort bijbelteksten niet zomaar terzijde te schuiven. Johannes was tenslotte ook niet de eerste de beste. Die wist best wat hij opschreef of schrapte.
En als je de tijd neemt om zijn evangelie helemaal te lezen, dan begint het je wel te dagen. Je gaat beter snappen wat hij bedoelt: natuurlijk heeft Jezus de wereld niet overwonnen in de zin van ‘verslagen’. Hij is geen ordinaire tegenstander!
Wat Hij deed, was de wereld aan de kaak stellen, en de kwade krachten ontmaskeren. Als je bijvoorbeeld leest hoe Pilatus zich in tal van bochten wringt om maar niet degene te hoeven zijn die verantwoordelijk wordt voor Jezus’ terechtstelling... Maar hij moet wel. Jezus laat hem niet ontkomen. Evenzogoed proberen de hogepriester en de Joodse Raad de hele zaak tegen Jezus stil te houden. Maar ook hun plan lijdt schipbreuk. Om niet te spreken over de talloze twistgesprekken die Hij voert met Farizeëen en schriftgeleerden...
Zij allen ontmoeten in Jezus een mens die volkómen op God vertrouwt; en die de angst, de liefdeloosheid en het duister van onze wereld niet toestaat daar tussen te komen, en die er alles voor over heeft om ook óns mee te nemen in dat vertrouwen. Hij is zelfs bereid daarvoor te sterven...
En daar ontkomt Hij ook niet aan, want, zoals Johannes fijntjes schrijft: ‘de zijnen hebben Hem niet aangenomen’. Niemand komt Hem redden, als Hij door de wielen van de wereld wordt overreden... En Hij is en was de enige niet, die dit lot onder ogen moet zien. Zo gaat vergaat het tallozen, in alle tijden...
De wereld, haar reilen en zeilen - is hardvochtig en dodelijk. Ook in onze dagen.
Als de nood aan de man komt, laat ze zich leiden door angst en geweld: denk maar aan Hamas, of aan het Israël van Netanjahoe. De wereld heeft haar eigen waarden en valt daar telkens op terug: eigenbelang en het recht van de sterkste, van de rijksten. De wereld weet wel dat dat niet OK is, maar ze doe alles om dat te verdonkeremanen, te maskeren of te verbloemen. Vraag het maar aan organisaties als Amnesty International...
Zó is Jezus niet!
Ik spreek in de tegenwoordige tijd, want - is dat geen wonder? - Jezus is niet opgehouden te spreken... Ze hebben Hem de mond gesnoerd, maar zonder succes!
Het is alsof Hij onder de grond is gestopt en daar als een zaadje is ontkiemd en een halm heeft gevormd. Die halm droeg op haar beurt ook weer zaadjes, en die zijn óók weer in de aarde gevallen, en op hun beurt ontkiemd en zó is Jezus een lévende geworden.
Zijn woorden zijn als vlammetjes van de ene mens op de andere gesprongen, en vandaag - zeg, tweeduizend jaar na zijn dood - weten zo’n vijf miljard mensen op de wereld wie Jezus is..., én hoe Hij níet is! Niet de halve wereld, weet het, maar meer dan de helft...Is dat geen wonder?
Hij heeft met het offer van zijn leven een daad gesteld die zijn weerga niet kent. Zíjn geloof, zíjn liefde en zíjn hoop bleken zo aanstekelijk, dat mensen de eeuwen door tot op vandaag zich door Hem laten aanspreken en overtuigen!
En wat ze van Hem te horen krijgen is niet dat het allemaal wel goed zit met de wereld. Nee, dat het verkeerd zit! Dat het anders moet. Dat we ons moeten bekéren!
En wat doén die mensen? Wat doen wij?
We proberen Hem te volgen en vragen ons af ‘Wat zou Jezus doen?’ in mijn geval?
Hij leert ons met zíjn ogen naar de wereld te kijken, en met Hem mee te lijden. Wij gaan zélf inzien en ervaren dat Jezus anders is dan de wereld, anders dan wijzelf ook. We worden gedwongen om keuzes te maken. Af en toe voelen ook wij ons verlaten; zijn we God kwijt, zijn we eenzaam of wanhopig, in angst om wat komen gaat. We vragen ons af hoe we Hem in ’s hemelsnaam kunnen vasthouden...
En in dat alles raken we meer en meer met Hem verbonden. We gaan steeds minder bij de wereld horen, hoewel we er middenin staan. En we zijn er nog blij mee ook!
Want we merken dat dat bij-Hem-horen een zekere rust en vrede meebrengt, die we nergens anders hebben gevonden. Er ontstaat zelfs een zekere vreugde in ons omdat we gaan beseffen dat Hij de wereld niet laat vallen.
We krijgen er oog voor dat deze wereld vol is van Gods liefde. Dat we eigenlijk altijd al bij deze God hebben gehoord. En we zouden niet anders meer willen, want - zoals we aan het begin van de dienst met elkaar hebben gezegd: waar deze God niet meer meedoet, waar zijn wijsheid ontbreekt en zijn Geest niet meer waait, daar wordt het donker in de wereld en lopen we vast in onszelf...
En nu is het vandaag ‘avondmaalszondag’ en gaan we met elkaar aan tafel, en doen wat Jezus zijn leerlingen heeft opgedragen in de nacht voor Hij zijn leven gaf: we eten van het brood en drinken uit de beker, die Jezus voor ons heeft ingeschonken - we werken Hem om zo te zeggen naar binnen in ons bestaan. Want dat is wat we willen: deel krijgen aan Zíjn wereld, een deel van Hem worden; uit Zijn kracht leven, uit Zijn liefde en Zijn geloof.
En bij die gelegenheid zingen wen- dat zullen we straks ook doen! -: ‘Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood van de Heer, TOTDAT HIJ KOMT!’:
want bij Hem horen geeft ons niet alleen rust en vrede, maakt ons niet alleen blij, maar Hij neemt ons ook mee in de hóóp: het kán immers niet anders dan dat deze wereld het gaat afleggen tegen Jezus! Wie gelooft kán niet om die waarheid heen: dat de wereld uiteindelijk op de knieën moet gaan voor Gods goedheid...!
Hoe actueel en urgent deze waarheid is, wil ik graag illustreren door een klein stukje voor te lezen uit één van de speeches van de Russische dissident Aleksej Navalny. U weet het vermoedelijk nog: hij stierf begin dit jaar in een strafkamp, vergiftigd door de Russische overheid.
Gedurende de vele processen die de staat tegen hem voerde, kreeg hij - dat dan nog wel -, in de rechtszaal altijd het laatste woord. En van die mogelijkheid heeft hij steeds dankbaar gebruik gemaakt.
Dit is wat hij zei in 2021:
‘Wat kan ik eigenlijk zeggen, edelachtbare? Het is alsof de eigenaar van dit grote paleis, Vladimir Poetin, mij een boodschap wil sturen: “Kijk, we kunnen in dit rechtssysteem alles met je doen.” En dat is waar, ze kunnen mij van alles aandoen, en dat doen ze ook. Maar ik ben niet de enige die het ziet. Normale mensen kijken ernaar en het deprimeert hen...
Ik vind het niet leuk om hier te zijn, maar ik heb geen spijt van hoe het gelopen is.
Ik voel zelfs een soort voldoening omdat ik in een moeilijke tijd heb gedaan wat de geboden me zeiden. Het evangeliewoord ‘Zalig zijn degenen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen vervuld worden’, is in werkelijkheid momenteel het belangrijkste politieke idee in Rusland.
Niemand gaat rechten studeren om strafzaken te verzinnen en handtekeningen te vervalsen. En ik kan niet geloven dat iemand politieagent wordt, zodat hij of zij met trots kan zeggen: ‘We hebben tijdens de demonstratie die man zijn hoofd ingeslagen!’
Niemand heeft ooit als schoolkind met glanzende ogen gezegd: ‘Ik ga naar de geheime dienst en dan mag ik de onderbroek van een oppositiefiguur wassen nadat iemand er gif op heeft gesmeerd.’ Zulke mensen bestaan niet.
Tegen jullie, aanklager, dit regime en alle anderen hier wil ik zeggen: je hoeft niet bang te zijn voor mensen die naar de waarheid streven. Stel je eens voor hoe mooi het leven zou zijn als deze eeuwige leugen niet bestond.”
Ik zou dit als tweede schriftlezing van deze ochtend willen beschouwen.
Wij laten ons graag door Navalny gezeggen: állen die in deze wereld gerechtigheid zoeken, állen die naar waarheid streven en lijden aan onrecht, kortom: állen die Jezus volgen op zijn weg door de eeuwen, hoeven niet bang te zijn!
Aan de tafel van de Heer zijn geen pushbacks. Wij hebben daar weet van de zonden van de wereld, en van vuile handen; maar ook van Gods liefde en onze toekomst, en we zijn er blij mee; we zingen ervan.
Wij hebben ons verdriet leren zien als barensweeën: onze pijn hoort bij het komen van Jezus Christus in de wereld.
Zeker, wij kunnen wanhopig zijn en diepbedroefd om wat onszelf of anderen overkomt, maar dan komt Jezus langszij gelopen, zoals in het verhaal van de Emmaüsgangers, en praat met ons en maakt ons ontvankelijk voor wat God doet in de wereld.
En wij nodigen Hem uit om bij ons te blijven en de maaltijd met ons te gebruiken, en dan breekt Hij voor ons het brood en schenkt de beker vol, en plotseling gaan onze ogen open en begrijpen wij dat Hijzelf in ons verdriet aanwezig is en in ons zuchten: dat het eigenlijk Zíjn verdriet en Zijn zuchten zijn, en dat Hij met ons meegaat door de tijd...; dat wij van Hem zijn, in leven en in sterven...
tot God ons thuisbrengt uit onze ballingschap...
‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’, zegt Hij - Het is al begonnen, merk je het niet?’
En we knikken, ja, we wisten het, maar we waren het weer eens even kwijt...
‘Kop op’, zegt Hij, ‘houdt goede moed - ik heb de wereld overwonnen!
Lof zij Christus in eeuwigheid.
We gaan vandaag samen aan tafel om ‘de maaltijd van de Heer’ te vieren.
Ter gelegenheid daarvan wil ik met jullie nadenken over één vers uit het evangelie van Johannes. Daar zegt Jezus aan het einde van hoofdstuk 16:
“Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld,
maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.”
Ik vroeg me af: wat is dat voor gekkigheid?
Waarom zegt Jezus niet ‘Ik gá de wereld overwinnen’ of ‘Ik wíl de wereld overwinnen’? Maar nee, Hij zegt: ‘Ik héb de wereld overwonnen’?
Dat is toch niet te gelóven...?!
Het zou natuurlijk geweldig zijn als we Hem hier wél op zijn woord konden geloven. Wat een rust zou daarvan uitgaan! Dat zou ons hoop en moed kunnen geven, ook in spannende en verwarrende tijden als deze...
Vandaar dat ik besloot om over deze woorden met u na te denken...
Als schriftlezing heb ik gekozen voor het verhaal van de Emmaüsgangers.
Omdat dat verhaal zowel bij de preektekst aansluit, als bij de viering van het avondmaal.
Laten we samen bidden om de Geest met de woorden van Lied 333...
Preek over Johannes 16: 33
Broeders en zusters,
Jezus spreekt zijn leerlingen toe en zegt: “Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.”
In Amsterdam had ik een collega, die ons bij elk afscheid bemoedigde met de woorden ‘Vrolijk verder!’ Zo leefde hij zelf ook, en ik putte daar in die tijd moed uit. Maar ik moet bekennen dat me dat met de jaren moeilijker valt.
Misschien komt het door de invloed van de media op ons leven - de media zijn tegenwoordig overal twentyfourseven en schotelen ons de hele wereld voor.
Het kan ook zijn dat het komt doordat ik ouder word en daardoor gevoeliger voor onheil en verdriet...
- ik weet het niet...
In ieder geval struikelde ik over deze tekst uit het evangelie van Johannes en ik dacht: hoe kan Jezus dat in ’s hemelsnaam gezegd hebben...
De wereld is een strijdtoneel, en die strijd is alles behalve eerlijk. Niet zelden denk ik: hoe is het mogelijke dat zulke dwazen aan het roer staan? Waar is het gezond verstand; en wie roept hen tot de orde? Mijn hart draait regelmatig om vanwege het kwaad, het leed van de armen, de onmacht van de rechtelozen, het verdriet van miljoenen slachtoffers... ik word er misselijk van...
Dus kom me niet aan boord met ‘dat Jezus Christus de wereld heeft overwonnen’
Maar tegelijk loop ik ook lang genoeg mee in “de stoet van pelgrims” die de kerken bevolken om dit soort bijbelteksten niet zomaar terzijde te schuiven. Johannes was tenslotte ook niet de eerste de beste. Die wist best wat hij opschreef of schrapte.
En als je de tijd neemt om zijn evangelie helemaal te lezen, dan begint het je wel te dagen. Je gaat beter snappen wat hij bedoelt: natuurlijk heeft Jezus de wereld niet overwonnen in de zin van ‘verslagen’. Hij is geen ordinaire tegenstander!
Wat Hij deed, was de wereld aan de kaak stellen, en de kwade krachten ontmaskeren. Als je bijvoorbeeld leest hoe Pilatus zich in tal van bochten wringt om maar niet degene te hoeven zijn die verantwoordelijk wordt voor Jezus’ terechtstelling... Maar hij moet wel. Jezus laat hem niet ontkomen. Evenzogoed proberen de hogepriester en de Joodse Raad de hele zaak tegen Jezus stil te houden. Maar ook hun plan lijdt schipbreuk. Om niet te spreken over de talloze twistgesprekken die Hij voert met Farizeëen en schriftgeleerden...
Zij allen ontmoeten in Jezus een mens die volkómen op God vertrouwt; en die de angst, de liefdeloosheid en het duister van onze wereld niet toestaat daar tussen te komen, en die er alles voor over heeft om ook óns mee te nemen in dat vertrouwen. Hij is zelfs bereid daarvoor te sterven...
En daar ontkomt Hij ook niet aan, want, zoals Johannes fijntjes schrijft: ‘de zijnen hebben Hem niet aangenomen’. Niemand komt Hem redden, als Hij door de wielen van de wereld wordt overreden... En Hij is en was de enige niet, die dit lot onder ogen moet zien. Zo gaat vergaat het tallozen, in alle tijden...
De wereld, haar reilen en zeilen - is hardvochtig en dodelijk. Ook in onze dagen.
Als de nood aan de man komt, laat ze zich leiden door angst en geweld: denk maar aan Hamas, of aan het Israël van Netanjahoe. De wereld heeft haar eigen waarden en valt daar telkens op terug: eigenbelang en het recht van de sterkste, van de rijksten. De wereld weet wel dat dat niet OK is, maar ze doe alles om dat te verdonkeremanen, te maskeren of te verbloemen. Vraag het maar aan organisaties als Amnesty International...
Zó is Jezus niet!
Ik spreek in de tegenwoordige tijd, want - is dat geen wonder? - Jezus is niet opgehouden te spreken... Ze hebben Hem de mond gesnoerd, maar zonder succes!
Het is alsof Hij onder de grond is gestopt en daar als een zaadje is ontkiemd en een halm heeft gevormd. Die halm droeg op haar beurt ook weer zaadjes, en die zijn óók weer in de aarde gevallen, en op hun beurt ontkiemd en zó is Jezus een lévende geworden.
Zijn woorden zijn als vlammetjes van de ene mens op de andere gesprongen, en vandaag - zeg, tweeduizend jaar na zijn dood - weten zo’n vijf miljard mensen op de wereld wie Jezus is..., én hoe Hij níet is! Niet de halve wereld, weet het, maar meer dan de helft...Is dat geen wonder?
Hij heeft met het offer van zijn leven een daad gesteld die zijn weerga niet kent. Zíjn geloof, zíjn liefde en zíjn hoop bleken zo aanstekelijk, dat mensen de eeuwen door tot op vandaag zich door Hem laten aanspreken en overtuigen!
En wat ze van Hem te horen krijgen is niet dat het allemaal wel goed zit met de wereld. Nee, dat het verkeerd zit! Dat het anders moet. Dat we ons moeten bekéren!
En wat doén die mensen? Wat doen wij?
We proberen Hem te volgen en vragen ons af ‘Wat zou Jezus doen?’ in mijn geval?
Hij leert ons met zíjn ogen naar de wereld te kijken, en met Hem mee te lijden. Wij gaan zélf inzien en ervaren dat Jezus anders is dan de wereld, anders dan wijzelf ook. We worden gedwongen om keuzes te maken. Af en toe voelen ook wij ons verlaten; zijn we God kwijt, zijn we eenzaam of wanhopig, in angst om wat komen gaat. We vragen ons af hoe we Hem in ’s hemelsnaam kunnen vasthouden...
En in dat alles raken we meer en meer met Hem verbonden. We gaan steeds minder bij de wereld horen, hoewel we er middenin staan. En we zijn er nog blij mee ook!
Want we merken dat dat bij-Hem-horen een zekere rust en vrede meebrengt, die we nergens anders hebben gevonden. Er ontstaat zelfs een zekere vreugde in ons omdat we gaan beseffen dat Hij de wereld niet laat vallen.
We krijgen er oog voor dat deze wereld vol is van Gods liefde. Dat we eigenlijk altijd al bij deze God hebben gehoord. En we zouden niet anders meer willen, want - zoals we aan het begin van de dienst met elkaar hebben gezegd: waar deze God niet meer meedoet, waar zijn wijsheid ontbreekt en zijn Geest niet meer waait, daar wordt het donker in de wereld en lopen we vast in onszelf...
En nu is het vandaag ‘avondmaalszondag’ en gaan we met elkaar aan tafel, en doen wat Jezus zijn leerlingen heeft opgedragen in de nacht voor Hij zijn leven gaf: we eten van het brood en drinken uit de beker, die Jezus voor ons heeft ingeschonken - we werken Hem om zo te zeggen naar binnen in ons bestaan. Want dat is wat we willen: deel krijgen aan Zíjn wereld, een deel van Hem worden; uit Zijn kracht leven, uit Zijn liefde en Zijn geloof.
En bij die gelegenheid zingen wen- dat zullen we straks ook doen! -: ‘Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood van de Heer, TOTDAT HIJ KOMT!’:
want bij Hem horen geeft ons niet alleen rust en vrede, maakt ons niet alleen blij, maar Hij neemt ons ook mee in de hóóp: het kán immers niet anders dan dat deze wereld het gaat afleggen tegen Jezus! Wie gelooft kán niet om die waarheid heen: dat de wereld uiteindelijk op de knieën moet gaan voor Gods goedheid...!
Hoe actueel en urgent deze waarheid is, wil ik graag illustreren door een klein stukje voor te lezen uit één van de speeches van de Russische dissident Aleksej Navalny. U weet het vermoedelijk nog: hij stierf begin dit jaar in een strafkamp, vergiftigd door de Russische overheid.
Gedurende de vele processen die de staat tegen hem voerde, kreeg hij - dat dan nog wel -, in de rechtszaal altijd het laatste woord. En van die mogelijkheid heeft hij steeds dankbaar gebruik gemaakt.
Dit is wat hij zei in 2021:
‘Wat kan ik eigenlijk zeggen, edelachtbare? Het is alsof de eigenaar van dit grote paleis, Vladimir Poetin, mij een boodschap wil sturen: “Kijk, we kunnen in dit rechtssysteem alles met je doen.” En dat is waar, ze kunnen mij van alles aandoen, en dat doen ze ook. Maar ik ben niet de enige die het ziet. Normale mensen kijken ernaar en het deprimeert hen...
Ik vind het niet leuk om hier te zijn, maar ik heb geen spijt van hoe het gelopen is.
Ik voel zelfs een soort voldoening omdat ik in een moeilijke tijd heb gedaan wat de geboden me zeiden. Het evangeliewoord ‘Zalig zijn degenen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen vervuld worden’, is in werkelijkheid momenteel het belangrijkste politieke idee in Rusland.
Niemand gaat rechten studeren om strafzaken te verzinnen en handtekeningen te vervalsen. En ik kan niet geloven dat iemand politieagent wordt, zodat hij of zij met trots kan zeggen: ‘We hebben tijdens de demonstratie die man zijn hoofd ingeslagen!’
Niemand heeft ooit als schoolkind met glanzende ogen gezegd: ‘Ik ga naar de geheime dienst en dan mag ik de onderbroek van een oppositiefiguur wassen nadat iemand er gif op heeft gesmeerd.’ Zulke mensen bestaan niet.
Tegen jullie, aanklager, dit regime en alle anderen hier wil ik zeggen: je hoeft niet bang te zijn voor mensen die naar de waarheid streven. Stel je eens voor hoe mooi het leven zou zijn als deze eeuwige leugen niet bestond.”
Ik zou dit als tweede schriftlezing van deze ochtend willen beschouwen.
Wij laten ons graag door Navalny gezeggen: állen die in deze wereld gerechtigheid zoeken, állen die naar waarheid streven en lijden aan onrecht, kortom: állen die Jezus volgen op zijn weg door de eeuwen, hoeven niet bang te zijn!
Aan de tafel van de Heer zijn geen pushbacks. Wij hebben daar weet van de zonden van de wereld, en van vuile handen; maar ook van Gods liefde en onze toekomst, en we zijn er blij mee; we zingen ervan.
Wij hebben ons verdriet leren zien als barensweeën: onze pijn hoort bij het komen van Jezus Christus in de wereld.
Zeker, wij kunnen wanhopig zijn en diepbedroefd om wat onszelf of anderen overkomt, maar dan komt Jezus langszij gelopen, zoals in het verhaal van de Emmaüsgangers, en praat met ons en maakt ons ontvankelijk voor wat God doet in de wereld.
En wij nodigen Hem uit om bij ons te blijven en de maaltijd met ons te gebruiken, en dan breekt Hij voor ons het brood en schenkt de beker vol, en plotseling gaan onze ogen open en begrijpen wij dat Hijzelf in ons verdriet aanwezig is en in ons zuchten: dat het eigenlijk Zíjn verdriet en Zijn zuchten zijn, en dat Hij met ons meegaat door de tijd...; dat wij van Hem zijn, in leven en in sterven...
tot God ons thuisbrengt uit onze ballingschap...
‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’, zegt Hij - Het is al begonnen, merk je het niet?’
En we knikken, ja, we wisten het, maar we waren het weer eens even kwijt...
‘Kop op’, zegt Hij, ‘houdt goede moed - ik heb de wereld overwonnen!
Lof zij Christus in eeuwigheid.
terug
Agenda
Adventsvesper
wo 18 dec 2024 om 19:00Kerkdiensten:
Zondag 15 december, 11.00 uurGrote Kerk - Protestantse gemeente
Derde zondag van Advent
Dienst van Schrift en Tafel
Uitzenden van een kerkdienst
Op kerkdienstgemist.nl hebben we een gemeenschappelijke online omgeving met de Hervormde gemeente.YouTubekanaal met filmpjes
Op het YouTube kanaal van onze gemeente zijn speciaal opgenomen filmpjes te bekijken.you tube kanaal pkn Wijk bij Duurstede