Preek van zondag 24 maart 2024 Preek van zondag 24 maart 2024
Wat vindt Jezus belangrijk? Lieve mensen, jong en oud

[ Dia 1] Wat vind jij belangrijk? Dat was op meerdere scholen het weekthema. Ik vind dat een mooie vraag: wat is voor jou belangrijk? Als het goed is, stel je die vraag niet één keer in je leven maar doe je dat regelmatig. Misschien eens in de vijf jaar, misschien elk jaar wel een paar keer. Vaak zal het antwoord elke keer een beetje anders zijn, want je wordt ouder, je gaat anders denken of voelen, en dan ga je ook andere dingen belangrijk vinden. Als tiener van 12 of 13 moest ik een keer uit huis vluchten, vanwege een oprukkende bosbrand. We mochten heel snel een paar dingen mee te nemen. Ik greep mijn postzegels en radio met cassette recorder – wie kent ze nog? Dat vond ik toen belangrijk: ik spaarde postzegels en luisterde graag naar popmuziek. Maar die radio werd oud, en die postzegels heb ik een keer weggegeven, aan de kerk nog wel, voor een veiling. Tja, toen vond ik andere dingen belangrijk. En mijn moeder maakte het bij die brand nog bonter: die stopte een dure vaas in haar tas, terwijl de bloemen er nog inzaten. Ja, als je in paniek bent, vergeet je snel wat echt belangrijk is.

[Dia 2] Als Jezus op Palmpasen naar Jeruzalem komt, wat vindt Hij dan belangrijk? Mij valt op dat Hij graag in Betanië is, een klein dorp net buiten de stad. Daar komt Hij liever dan in het grote Jeruzalem. In die stad heeft Hij veel tegenstanders. Dat merk je nog niet bij de vrolijke intocht, als Hij van alle kanten wordt toegejuicht. Maar niet veel later slaat de stemming om. Dan nemen ze hem gevangen en brengen ze hem ter dood. Dat hangt al in de lucht. Jezus voelt die vijandschap en logeert, lezen we in de laatste zin van Marcus, daarom niet in Jeruzalem. Hij keert in de avond met zijn leerlingen terug naar Betanië. Want daar wonen zijn vrienden, daar voelt Hij zich veilig. We kennen daar Lazarus, over wie de Bijbel vertelt dat Jezus hem heeft opgewekt uit de dood. Met Lazarus had Jezus een speciale band. En dat geldt ook voor zijn zusters Maria en Martha. De één, Maria, zat graag dichtbij Jezus om naar zijn verhalen te luisteren. En de ander, Martha, was een hele goede gastvrouw die vaak druk was met lekkere dingen maken. Ook opvallend: daar in Betanië kregen de discipelen zomaar een ezeltje mee. Ze hoefden alleen maar te zeggen: Jezus heeft het nodig – dat was genoeg. Vriendschap, dat deelde Jezus zowel met zijn leerlingen als met Maria, Martha en Lazarus in Betanië. Dat vond Jezus echt belangrijk.

[Dia 3] Toch was er ook in Jeruzalem één ding heel belangrijk voor Jezus. Dat was de tempel, het huis van God. Ik heb een foto meegenomen die ik zo’n 4 jaar geleden zelf gemaakt heb. Eigenlijk is dat best knap, want die tempel is al 2000 jaar geleden volledig verwoest en nooit meer opgebouwd. Er staat alleen nog één beroemde, dikke muur: de beroemde Klaagmuur. Maar deze foto komt uit een soort Madurodam. Hopelijk kennen jullie dat allemaal: kinderen, ouders, opa’s en oma’s. Als je daar nog nooit geweest bent, moet je er snel met elkaar naar toe. In Madurodam zijn allerlei mooie plekjes in Nederland in het klein nagebouwd. En tussendoor zoeven er vrolijk allerlei treinen, boten en autootjes langs je heen – echt leuk. En voor mij makkelijk, met drie kleinkinderen in Den Haag.
In Jeruzalem hebben ze in het klein de stad nagebouwd zoals die was in de tijd van Jezus. En dan zie je heel mooi dat grote plein met dat kleine huisje, de tempel. Eigenlijk is het een bescheiden optrekje – vinden jullie niet. Toch was dat voor Jezus een dierbare plek. Daar woont mijn Vader, kon Hij zeggen, mijn Vader in de hemel. Niet echt, natuurlijk, want God laat zich niet vangen in een gebouw, een tempel of kerk. Daarom was de binnenste plek van die tempel ook bijna leeg. Er stond geen groot beeld van een reus of een enorm sterk dier, een stier of leeuw. Nee, er stond alleen een kist, bekleed met goud: de ark van het verbond. En daarin lagen, gebeiteld in twee platte stenen, de Tien Geboden. De woorden die Mozes ooit kreeg van God en die wij vanochtend nog met elkaar zongen. Maar voor de rest was dat binnenste, heiligste deel van de tempel leeg. Heel anders dan tempels en kerken die vaak vol beelden staan.
Die Tien Geboden en die tempel, die waren voor Jezus heel belangrijk omdat God voor hem heel belangrijk was. Die tempel moest heilig zijn en rust uitstralen, zodat je er op je gemak kon bidden en praten met God. Maar tot zijn schrik zag Jezus dat het op het tempelplein een grote janboel was. Er werd van alles geroepen en verkocht, ja het leek wel een marktplein. Dus toen Jezus daar een dag later terugkwam, toen heeft Hij al die mensen weggejaagd. Dit moet geen rovershol zijn, riep Hij, maar een huis van rust en gebed. Ja, ook dat was voor Jezus heel belangrijk.

[Dia 4] Twee dingen hebben we al geleerd. Vriendschap is voor Jezus waardevol en ook God en zijn huis, zijn tempel zijn voor hem belangrijk. Daar voeg ik nog één ding aan toe: het ezeltje. Jezus houdt duidelijk van eenvoud. Hij had ook voor een paard kunnen kiezen, of als die daar te huur waren, een olifant. Dan maak je wel indruk, dan kijk iedereen tegen je op – wat moet die man belangrijk zijn! Maar dat wil Jezus helemaal niet, Hij is het liefst dichtbij mensen zodat Hij met ze kan praten en hen diep in de ogen kan kijken. Hij wil weten wat er omgaat in hun hoofden en harten en ontdekken waarom ze vaak niet gelukkig zijn. Daarom liet Hij zijn leerlingen een ezeltje ophalen, zo’n lief veulen dat net zo vredelievend is als Jezus zelf. Dan begreep iedereen meteen: deze Jezus is niet uit de hoogte, Hij heeft het niet in de bol. Hij houdt echt van ons en je kunt hem helemaal vertrouwen.
Het is ook mooi dat Hij dat ezeltje zomaar meekreeg. Daar in het kleine, vriendelijke Betanië, daar hielden ze ook van eenvoud. De naam Betanië betekent: het huis van de armen. Daar woonden, anders dan in Jeruzalem, hele gewone, eenvoudige en rustige mensen. Ze hadden het niet rijk maar ze hadden het wel goed met elkaar en leefden uit vertrouwen. Zo van: neem die ezel maar mee, die komt wel weer terug. In Betanië hebben ze geen kapsones, zouden ze in Amsterdam zeggen, maar beseffen ze de kracht van de eenvoud. En dat is precies wat Jezus graag uitstraalt, ook voor hem is dat heel belangrijk. Je hoeft je voor God en de mensen niet anders, mooier of beter voor te doen dan je bent. Nee, wees gewoon een eerlijk en oprecht mens zonder kapsones. Dat laatste heb je als mens niet nodig, dat is echt onbelangrijk.

In het evangelie leert Jezus ons de waarde van vriendschap, met mensen en met God. Ook dat laatste, ook de band met God, de Eeuwige, heeft een mens nodig. En vriendschap met de Eeuwige, schreef iemand ooit, dat is eeuwige vriendschap! Dat geloofde Jezus ook, en zo ging Hij in Jeruzalem zijn dood tegemoet. In het vertrouwen dat de liefde van God sterker is dan de dood. Maar dan loop ik vooruit op volgende week, dat hoort bij het feest van Pasen. Amen

 
terug