Preek van zondag 1 september 2024
Achternatuurlijk
Vandaag lazen we in het Oude Testament over Jona en in het Nieuwe over Petrus. Op zich twee verhalen die weinig met elkaar te maken hebben, zou je denken. Toch zijn er twee verbanden. Om te beginnen is dat de kustplaats die in beide verhalen voorkomt. Als Jona wegvlucht voor God, begeeft hij zich naar Jafo, aan de Middellandse Zee. Daar vindt hij een schip dat hem naar Tarsis kan brengen, ver van huis. En zie daar: als Petrus door het land trekt om volgelingen van Jezus op te zoeken, komt hij in Joppe terecht. Ook de naam van onze schoonzoon, maar dat terzijde. Joppe, zoals genoemd in Handelingen 9, is dezelfde havenplaats als Jafo of Jaffa. De naam bestaat nog altijd bestaat, maar nu als een buitenwijk van Tel Aviv. Want de oude havenplaats is ondertussen opgeslokt door deze metropool, de meest mondaine stad van het huidige Israël, heel anders dan het religieuze Jeruzalem. Daar wonen veel orthodoxe en ultraorthodoxe joden die in Tel Aviv, inclusief Jafo, het nieuwe Nineve zullen zien.
Een tweede verband is de thematiek waar ze allebei op hun manier mee worstelen. Jona wil niet naar het in zijn ogen heidense Nineve. Hij kan er niet mee leven dat zijn God opeens belangstelling heeft voor een vreemde stad, zo’n duizend kilometer verderop in het huidige Irak, die berucht is om zijn onrecht. Als hij God was, zou hij zich tot Israël beperken en die barbaren lekker in hun sop laten gaarkoken. Iets van genade en een tweede kans voor Nineve vindt hij niet nodig. Hij gaat dan ook lijnrecht in tegen zijn opdracht en reist de andere kant op, richting Jafo. Vandaar wil hij naar Turkije of Spanje, dat is niet helemaal duidelijk: je had in die tijd twee steden met de naam Tarsis. Maar beide liggen in elk geval ver van Nineve.
Bij Petrus speelt zoiets op een andere manier. In de tijd na Pasen en Pinksteren maakt hij mee dat het evangelie van Jezus niet alleen bij joodse mensen aanslaat maar ook bij niet-joden. Met name in Handelingen 10, het volgende hoofdstuk, komt dat aan bod, als Petrus contact krijgt met een Romeinse centurio genaamd Cornelius, een heidense maar godvrezende legeroverste die zich door hem laat dopen. Die ontmoeting brengt een eerst nog aarzelende Petrus tot het inzicht dat God geen onderscheid maakt, maar dat jood en heiden God als gelijkwaardig kunnen dienen. Dat is het opvallende samengaan van joden en heidenen in de vroegchristelijke gemeente – de grote doorbraak − waardoor zij uiteindelijk een andere weg kiest dan het jodendom. Maar waar Paulus daar al snel heilig van overtuigd is, heeft Petrus daar lang mee geworsteld, laat de Bijbel eerlijk zien. Petrus moet innerlijk een paar flinke drempels over.
Het is dan ook veelzeggend dat de eerste genezing in Handelingen 9 een zekere Aeneas betreft, een man die al acht jaar verlamd op bed ligt. Die naam lijkt namelijk op een Romein te wijzen. Want Aeneas is de stamvader van de Romeinen, de grote held die ooit van Troje naar Rome zwierf. Uitgebreid werd hij door klassieke schrijvers als Homerus en Vergilius bezongen. Maar de Aeneas in Handelingen 9 is allesbehalve een zwervende held, deze man kan nog niet eens uit zijn bed komen. Totdat hij van Petrus de naam te horen krijgt die hem doet opstaan: Jezus Christus, Hij geneest je. Dus pak je bed op en wandel. Met die opdracht van Petrus worden we herinnerd aan een andere genezing. Die van de verlamde man die door vier vrienden naar Jezus wordt gebracht en dan door het dak naar beneden komt. Ook hij moet opstaan, ook hij moet zijn bed opruimen en in de benen komen. Opvallend, deze parallel met het evangelie, dat kan bijna geen toeval zijn.
En meteen is er dan dat tweede verhaal, over een opwekking uit de dood, die eveneens aan een eerder wonder van Jezus doet denken. Nu gaat het, na de heidense Romeinse man, allesbehalve toevallig om een Joodse vrouw. Handelingen vertelt dat Petrus een zekere Tabita opwekt uit de dood. Dat is haar Hebreeuwse of Aramese naam. In het Grieks – krijgen we mee − wordt ze Dorcas genoemd, dat eveneens ‘gazelle’ betekent. Welk dier huppelt er vrolijker rond in de vrije natuur? Maar deze gazelle, die veel goeds voor de armen deed, lijkt definitief geveld. Petrus gaat naar de bovenkamer waar zij ligt opgebaard, stuurt iedereen weg en gaat in gebed. En dan klinkt er weer zo’n bekende opdracht: Tabita koem – Tabita, sta op. Want meteen gaan je gedachten dan naar het dochtertje van Jaïrus, het meisje van twaalf dat eerder door Jezus werd opgewekt. Ook in dat verhaal worden de omstanders weggestuurd: er is geen ruimte voor stoorzenders of pottenkijkers. Die dochter heet niet Tabita − ze blijft naamloos − maar wordt aangesproken als meisje: Talita. En ook daar klinken die twee krachtige woorden: Talita koem – meisje sta op! Talita is in Handelingen 9 Tabita geworden. Zo toont Petrus zich hier een ware navolger van zijn Heer. Het werk dat Jezus begint, wordt door Petrus met verve voortgezet. Hij verkondigt niet alleen zijn evangelie, hij verricht ook de tekenen die zijn meester eerder deed. Stel, zo las ik ergens, dat je bij het luisteren naar dit verhaal je ogen halfdicht doet, dan lijkt het net alsof Jezus zelf er nog is! En dat is precies het beeld dat Lucas wil oproepen. In Petrus krijgen Jezus’ woorden en daden een krachtig vervolg.
Zulke genezings- en opstandingsverhalen kunnen bij ons ambivalente reacties oproepen. Dan vinden we ze enerzijds bemoedigend en inspirerend: het zijn tekenen van hoop in ons vaak zo wankele, vergankelijke bestaan. Wat is het mooi als daarin ziekte en dood overwonnen worden. Dat heeft iets van een veelbelovend visioen: zou het ooit werkelijkheid worden in dat koninkrijk, die nieuwe wereld van God? Anderzijds kunnen deze verhalen ook pijnlijk zijn en zelfs wrevel wekken. Want waarom zien we er vandaag de dag zo weinig van? Waarom vinden veel zieken geen genezing, waarom krijgt iemand soms al zo jong te maken met die onafwendbare dood? Waar is dan die genezende kracht van God gebleven, die heilzame werking van zijn Geest waarover het Nieuwe Testament graag vertelt? Is die door de eeuwen heen zomaar verdwenen? Ja, was die Geestkracht er dan wel echt, helemaal aan het begin? Of zijn de verhalen die de Bijbel ons vertelt misschien wel mooi maar historisch helaas niet betrouwbaar? Dat zijn de kritische vragen die je vandaag de dag bij zulke verhalen kunt stellen en zeker ook mag stellen.
Al snel heb je het dan over gebedsgenezing, iets waarbij sommige christenen zweren en veel anderen juist huiverachtig zijn. Op dit moment zijn de discussies daarover aardig geluwd maar ook Wijk kreeg ermee te maken. Vanuit Baptistengemeente De Haven ontstond op een gegeven moment een Evangeliegemeente De Rivier. Die groep voelde zich aangetrokken door de gebedsgenezing van Jan Zijlstra in Leiderdorp en wilde dat ook hier in Wijk praktiseren. Die gemeente van Zijlstra heette niet de Rivier maar de Levensstroom en groeide uit tot een klein imperium. Een duur gebouw, een grote toeloop maar op den duur ook weer de ruzies en scheuringen die dan onvermijdelijk lijken. Zijlstra zelf – dat is een beetje wrang − stierf in 2021 in het ziekenhuis aan corona. Maar jaren eerder, rond de eeuwwisseling, trok zijn gemeente veel aandacht, met regelmatig verhalen over een wonderlijke genezing. Altijd ‘in de naam van Jezus’, zoals Zijlstra in de lijn van Petrus en Handelingen 9 bleef benadrukken. Daar kon je een vorm van bescheidenheid in zien. Hij deed het niet zelf, op eigen kracht!
Toch bleef de vraag schuren waarom een enkeling wel, maar vele anderen niet genazen. Je kon echt niet zeggen dat die anderen minder gelovig waren of niet de goede gebeden kenden? En er is bij God toch niet, mag je hopen, sprake van voorkeur of willekeur? Om die redenen kun je je afvragen of er bij gebedsgenezing ook andere factoren een rol spelen. Hebben mensen iets als een zelfherstellend vermogen, dat bijvoorbeeld in zo’n bijeenkomst wordt aangesproken en geactiveerd? Dan worden in zo’n gebedsdienst, waarin mensen erkenning van hun ziekte ervaren, bepaalde innerlijke blokkades overwonnen en komen er onvermoede kracht los. Ook kan het zijn dat Jan Zijlstra op zijn manier een goede psycholoog was. Dat hij iemand met een bepaalde blik, of met een persoonlijk woord en een kort gebed wist te raken. Zoiets kan mensen goed doen en nieuwe energie geven. Zonder dat je iets kunt afdwingen. Nee, ook in de Levensstroom gingen de meeste zieken helaas zonder genezing naar huis.
Er wordt ook gesuggereerd dat er best veel mensen met bijzondere gaven en krachten zijn, zonder dat ze dat van zichzelf weten. Gaven met name op het psychosomatische vlak, daar waar lichaam en ziel elkaar sterk beïnvloeden. Dat weten we zelf in zoverre, dat iemand die een ziekte vol vertrouwen tegemoet treedt het vaak langer volhoudt dan iemand die het koppie laat hangen en de moed verliest. En als je de steun ervaart van een warme kring van familie en vrienden, of van een gemeente, is dat heel anders dan dat je er in je eentje voorstaat. En soms zijn er mensen die met hun aanraking, hun blik of hun uitstraling een heilzame invloed op anderen hebben. Zelf ben ik, terwijl ik daar persoonlijk geen ervaring mee heb, meerdere mensen tegengekomen die baat hadden bij een magnetiseur. Daar zit wel eens een enkele charlatan tussen, maar vaak zijn dat heel oprechte mensen die zich zonder winstbejag inzetten voor anderen. Dan gaat het om wonderlijke geneeskracht die we niet zomaar aan God zullen toeschrijven, aan een bovennatuurlijke ingrijpen. Nee, dan gaat het niet om bovennatuurlijke maar om ‘achternatuurlijke’ krachten, wordt wel gezegd. Heilzame mogelijkheden die in of achter de natuur schuilgaan. Ze zijn met alle andere gaven in de schepping meegegeven, maar we kennen ze vaak slecht. Misschien omdat we hier in het Westen nogal rationeel zijn ingesteld. Andere culturen − ik denk aan de inheemse volken in Amerika en Afrika − hebben soms meer gevoel voor zulke achternatuurlijke krachten.
In de evangeliën komt regelmatig aan bod dat ook Jezus zo’n gave voor genezing bezit. Vaak weer bij ziekten die iets psychosomatisch hebben. Verlamming, zoals we vandaag bij Aeneas tegenkomen, is een goed voorbeeld. In de Bijbel weet je nooit precies of dit een lichamelijke aandoening is. Het kan ook te maken hebben met de schuld die iemand verlamt. Of met de aarzeling die iemand ervan weerhoudt om Jezus te gaan volgen. Durf je zelf in de benen te komen voor zijn koninkrijk en je volledig in dienst te stellen van God en de naaste? Beide is mogelijk, een meer psychische of lichamelijke verlamming, en in beide gevallen vindt er bevrijding plaats. Zo toont Jezus vaak zijn wonderlijke kracht door mensen op het juiste moment de juiste aandacht te geven. Terwijl Hij ook af en toe kan blokkeren, vertelt het evangelie eerlijk, met name in een omgeving vol wantrouwen of scepsis. Dan is het ook voor hem moeilijk om die ‘achternatuurlijke’ krachten in anderen en in hemzelf te mobiliseren.
Heeft Petrus deze twee wonderen werkelijk verricht? Of moet je eerder denken aan een literaire creatie in de lijn van de wonderen van Jezus? In het laatste geval heeft Lucas in zijn verhaal een paar dingen uitvergroot en aangedikt. Dat zou goed kunnen, want zoiets, weten we van hem, doet Lucas vaak. Hij idealiseert de leiders van de eerste gemeente, en maakt hun verhalen groter dan ze waren. Zeker bij zo’n opwekking uit de dood krijg je die indruk. Want we kunnen best geloven dat mensen over bijzondere krachten beschikken die ze kunnen aanwenden voor anderen. Naast de vele goede dokters die we hebben, kunnen er mensen met van die achternatuurlijke krachten zijn. Maar ik denk niet dat iemand – hoe gelovig ook of vol Geestkracht – een ander mens kan terughalen uit de dood. Dat is een grens, beseffen we, waarachter we machteloos staan, waarachter alleen God nog iets kan betekenen. Alleen Hij kan ons wakker roepen uit die laatste, diepe slaap. Alleen Hij kan ons herscheppen tot nieuwe mensen. We moeten het hebben van de belofte, van het teken dat Hij ons gaf met Pasen, in Jezus, de Levende. Dat is de hoop die deze dag doorklinkt in het verhaal over Tabita. Dat ziekte en dood niet het laatste woord krijgen, dat we ooit mogen delen in het geheim van Gods eeuwige nabijheid. Dat goede nieuws, laat Handelingen zien, gaat met Petrus de wereld door, op de vleugels van de Geest. Amen.
terug
Opnamen livestream
Tijdens de diensten worden opnamen gemaakt t.b.v. de livestream. Aan beide zijden naast de banken hangt een camera aan de pilaar.Wilt u niet herkenbaar in beeld komen, zorg dan dat u in de banken achter de camera's plaats neemt.
Uitzenden van een kerkdienst
Op kerkdienstgemist.nl hebben we een gemeenschappelijke online omgeving met de Hervormde gemeente. U kunt daar onze protestantse eredienst van 11.00 uur volgen.YouTubekanaal met filmpjes
Op het YouTube kanaal van onze gemeente zijn speciaal opgenomen filmpjes te bekijken.De link naar het dit kanaal is: you tube kanaal pkn Wijk bij Duurstede