Preek van zondag 18 februari 2024 Preek van zondag 18 februari 2024
Vasten

Afgelopen dinsdag, hoor ik van alle kanten, hadden we in de Open Hof een goedgeslaagde gemeenteavond. Een zinvolle bezinning op de mogelijke samenwerking met Cothen en de toekomst van onze kerk. Ook was het een vrolijke en ontspannen avond. Maar toen ik naar huis reed, gebeurde er iets schokkends dat ik niet snel zal vergeten. Net na de Amerongse Berg werd ik ingehaald door een auto die grote haast leek te hebben. Hij schoot me voorbij en verdween al snel uit zicht. Maar niet veel later, na een flauwe bocht, was ik getuige van een gruwelijk tafereel. De auto, die mij net daarvoor passeerde, was geslipt en had zich in een dikke boom geboord. En de jonge bestuurder, zo bleek, was ter plekke overleden. Op deze onnodige en uiterst trieste wijze had hij zomaar zijn leven verspeeld. Ook al ken je iemand niet, zoiets grijpt je aan en blijft je de dagen daarna bezighouden. Je denkt aan hem en de geliefden en vrienden die hij vol ongeloof en verdriet achterlaat. Je denkt ook aan wat er met anderen had kunnen gebeuren, een niets vermoedende wandelaar, fietser of tegenligger. Die waren op dat late moment in de avond gelukkig niet in de buurt. Je denkt ook aan jezelf, hoe je had kunnen worden meegesleept in zo’n ongeval. Ja, hoe kwetsbaar ben je als mens, hoe kwetsbaar is dit vluchtige bestaan, dit leven dat sommige psalmdichters een ademtocht noemen. Het gaat allemaal door je heen, bij zo’n triest ongeval.

Bij die kwetsbaarheid had ik die middag ook al even stilgestaan, gelukkig heel wat minder heftig. Maar ik had, na de behandeling in december, de eerste afspraak met de cardioloog. Dat was een ontspannen weerzien, want tot nu toe is alles voorspoedig verlopen. Voor wie van details houdt: de vaatvernauwing is verholpen, het hartfilmpje en de bloeddruk zien er goed uit. En ook met de energie voor het komende jaar lijkt het wel goed te zitten. Ja, nu ik toch op de persoonlijke toer ben – ik heb komende week een afspraak bij de diëtist gemaakt. Als het goed is, ga ik vasten in de vastentijd en probeer ik dat ook daarna vol te houden. De cardioloog vond dat een goed idee. Hij zei niet dat ik te dik was, maar sprak − tactisch en invoelend als artsen kunnen zijn − van ‘licht overgewicht’. Maar dat ging over dezelfde kilo’s die ik teveel heb, kilo’s die er gestaag bij kwamen toen ik minder ging sporten en stopte met roken. En dat wordt er niet beter op als ik bij u thuis lekkere koek eet – niet meer aanbieden dus! – of na een vergadering of een gemeenteavond als dinsdag graag geniet van een hapje of nootje. Dan is de vraag niet: kun je dat eten of snoepen tijdelijk, veertig dagen lang, een beetje minderen. Maar: kun je op de lange termijn dat patroon veranderen? Ik ga een poging wagen om met de diëtist een paar bakens te verzetten. Maar kan niet beloven dat het lukt…

Juist daar, gemeente, zit de diepere waarde van vasten, ook van het bijbelse vasten zoals Jezus ons dat aanreikt. Kun je bepaalde gewoonten en levenspatronen wijzigen die niet goed voor je zijn? Dan gaat vasten dus niet alleen over tijdelijk minder eten en drinken, maar bijvoorbeeld ook over te gehaast of oppervlakkig leven. Over teveel in de stoel zitten en te weinig bewegen. Of over het verwaarlozen van je familie en vrienden. En niet te vergeten: het verwaarlozen van je geloof, je relatie met God en elkaar hier in de gemeente. Dat kan allemaal onder druk komen te staan. Vaak hebben die ongezonde gewoonten of patronen met een vorm van verslaving te maken: je wordt opgeslokt door je werk of een uit de hand gelopen hobby. Je zit vastgeklonken aan de TV of je telefoon en vul het zelf maar aan. Daarover nadenken, dat beoogt de vastentijd. Ben ik wel goed bezig en zo niet, wat zou ik dan kunnen of moeten veranderen. In het besef dat we als mens vaak klem zitten of meegesleept worden in dingen die niet goed voor ons zijn. Niet goed voor ons eigen welzijn en dat van anderen, niet goed voor de manier waarop je mens, ook een gelovig mens probeert te zijn, in het voetspoor van Christus.

Typerend voor onze tijd is dat we wel graag feesten maar niet meer vasten. Daar is het in de huidige cultuur dikwijls op uitgelopen. Carnaval lijkt steeds populairder te worden, ook bij mensen boven de rivieren. Maar dat zo’n lang weekend drinken en dansen ooit de voorbode was van een periode van soberheid, van veertig dagen vasten − dat besef is volledig verdwenen. Mensen gaan tegenwoordig graag uit hun bol, maar komen niet of nauwelijks toe aan de beoogde zelfreflectie, aan iets van de eenvoud en bezinning die je uittillen boven het leven van alledag. Dat mag je een groot gemis noemen. Want vasten − in welke vorm dan ook – biedt een heilzaam tegenwicht aan een samenleving die sterk in de ban is van haast, stress en groei. Een samenleving waar depressie en burn out continu om de hoek liggen. Hoe gezond is het dan om af en toe pas op de plaats te maken, zoals we dat hier op zondag doen. Om even uit die woelige wereld te stappen die maar doordraait, of uit die ratrace van het leven waarin je snel klem zit.

In de Bergrede is vasten een van de dingen die Jezus noemt in het kader van Gods koninkrijk. Wie verlangt naar die nieuwe wereld van God, naar zijn koninkrijk en gerechtigheid, die doet drie dingen: die geeft royaal aan de armen, die bidt in het verborgene woorden als het Onze Vader, en die doet mee, eveneens in het verborgene, aan de vastentijden. Ook dat laatste, het vasten, komen we tegen in Matteüs 6. Als protestanten zijn we dat min of meer verleerd. Vaak werd gezegd: die hoeven dat niet, die leven toch al sober. Calvinisten hielden niet zo van feesten, evenmin van geld verspillen en des te meer van sparen. Lange tijd was dat een groot verschil met de meer bourgondische katholieken, maar vandaag de dag is er van dat onderscheid weinig over. Protestanten van nu, vermoed ik, ontzeggen zich zelf weinig en staan niet meer bekend als sobere mensen. Dat is dus een goede reden om deze woorden van Jezus opnieuw serieus te nemen. En om er tegelijk een nieuwe, eigen inhoud aan te geven: persoonlijk, op maat gesneden.

Vasten, en dan keer ik terug naar het begin van mijn verhaal, kan ons bepalen bij de kwetsbaarheid van het leven. Van ons eigen bestaan: op allerlei momenten blijken we kwetsbare mensen voor wie het belangrijk is het leven te koesteren en geen dingen te doen die slecht voor ons zijn. Ook is het goed te beseffen hoe kwetsbaar deze wereld is, de natuur en heel de aarde. Want al zijn er mensen, tot in de politiek toe, die dat ontkennen: we zijn bezig de boel kapot te maken en zullen een andere stijl van leven moeten ontwikkelen. We kunnen niet doorgaan net de huidige manier van leven en werken, van produceren en consumeren, van reizen en vakantie vieren. Vasten kan een tijd van bezinning zijn op de nieuwe leefpatronen die nodig zijn, wil deze wereld niet verder uit het lood raken en deze aarde niet volledig geplunderd worden. wat ons dan te wachten staat, kan iedereen voorspellen: niet alleen klimaatverandering met alle gevolgen van dien, ook nog meer migratie en oorlog, ja een voortdurende strijd om schoon water en frisse lucht, om schaarse grondstoffen en levensruimte voor iedereen.

Bij onze kwetsbaarheid staan we ook bij stil als we Avondmaal vieren. Dan gedenken we die ene kwetsbare mens, Jezus Christus, die het opnam voor kwetsbare mensen. Hij leefde voor de nieuwe wereld die God voor ogen staat, ‘het koninkrijk en zijn gerechtigheid’ noemt Hij dat in de Bergrede. En daar bleef Hij aan vasthouden, ook toen zijn tegenstanders hem in het nauw dreven en naar het leven stonden. Toen heeft Hij zich uiteindelijk weggeschonken, uit pure liefde: liefde voor ons, liefde voor de wereld. Als we hem gedenken − zijn leven, sterven en opstanding − is dat eigenlijk ook een kwetsbaar ritueel. We houden geen uitgebreid buffet maar delen heel bescheiden een stukje brood en een slokje wijn. Kleine tekenen die ons aanzetten, niet alleen tot dankbaarheid maar ook tot zelfreflectie. Want dat is één van de dingen die Jezus in ons losmaakt: durf naar jezelf te kijken, zie je kwetsbaarheid onder ogen, en besef hoe we zijn aangewezen op de goedheid en genade van God. Dat vieren we ook deze dag, bij brood en wijn: we mogen ons als kwetsbare mensen geborgen weten in de liefde van Christus en de trouw van God, de Ene en Eeuwige. Amen

 
terug