De Grote Kerk

Op Wijks grondgebied hebben al heel lang kerken gestaan. In het jaar 777 schonk keizer Karel de Grote (747-814) al een kerk aan Dorestad. Ondanks de uitgebreide opgravingen in Wijk bij Duurstede zijn de fundamenten van deze kerk nooit gevonden.  Wel zijn de fundamenten gevonden van de Heilige Kruiskerk. Deze kerk stond bij de begraafplaats op de Steenstraat en is vermoedelijk in de 11e eeuw gebouwd en in 1586 gesloopt.

De bouwperiode van de Grote Kerk van 1300 – 1572.
In 1300 werden aan Wijk bij Duurstede stadsrechten verleend en werd er een stadsmuur rond de stad gebouwd. Daar de Heilige Kruiskerk toen buiten de stadsmuur lag, was er behoefte aan een kerk binnen de  stadsmuur. Omstreeks 1300 is er dan ook een kerkje gebouwd op de plek waar nu de Grote Kerk aan de Markt staat. In de bijgaande tekening staat de plattegrond hiervan in groen aangegeven.

Plattegrond Grote Kerk. Groen = situatie in 1300. Rood in 1365. Zwart in 1572. 

In 1365 benoemde Gijsbrecht van Abcoude III een kapittel van 12 kanunniken. Dit hield in dat de parochiekerk een kapittelkerk werd en dus een stukje belangrijker. De Grote Kerk werd weer uitgebreid. Om de kerk te kunnen uitbreiden moest een gedeelte  van de bestaande bebouwing aan de Markt en in het gebied van het Kerkstraatje verdwijnen. Het  is onduidelijk hoeveel ruimte er aan de oostzijde nodig was, omdat de exacte grootte van het koor niet bekend is. Het koor moet, gezien het belang van de koordienst in de kapittelkerk, een behoorlijke omvang hebben gehad, waardoor het noodzakelijk was om een gedeelte van de stadsmuur te slechten. Deze situatie is op de plattegrond in rood aangegeven.

In 1456 wordt David van Bourgondië bisschop van Utrecht. Vanwege grote problemen met de besturen van Utrecht en Amersfoort gaat hij in 1459 op het kasteel in Wijk bij Duurstede wonen. Door de escalatie van de tegenstellingen tussen Utrecht en Amersfoort enerzijds en David anderzijds ontstond de Stichtse oorlog, die van 1481 tot 1483 heeft geduurd. Nadat David de Stichtse oorlog had gewon-nen, kreeg hij tijd om in 1486 opdracht te geven voor de bouw van de kerktoren en vergroting van de kerk. David van Bourgondië overleed in 1496 op het kasteel en werd in de Grote Kerk begraven.

Philips van Bourgondië, die bisschop van Utrecht was van 1517 tot 1524 heeft opdracht gegeven tot een vernieuwing van het schip, het dwarsschip en het koor van de Grote Kerk. Door de inspanningen van David en Philips stond er in 1572 een basiliek in Wijk bij Duurstede. Op het gewelf van de noordbeuk staat het jaartal 1572. Er is van 1486 tot 1572 aan de Grote Kerk gebouwd. Op de plattegrond is deze situatie in zwart aangegeven.  Philips van Bourgondië overleed in 1524 en werd in de Grote Kerk begraven.

Archeologisch onderzoek.
De fundamenten van de kerken uit 1300 en 1365 zijn blootgelegd in 1971 door archeologisch onderzoek in de Grote Kerk door de toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Dit was mogelijk vanwege een restauratie van de Grote Kerk, die uitgevoerd is van 1968 tot 1976. De plattegronden buiten de huidige Grote Kerk zijn, aan de hand van literatuurstudie en specialistische kennis, door ir G. Berends van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg gereconstrueerd.

 

 

 

 

 

 

Oude gravure uit ca. 1580, waarop de stadsmuur en het koor van de Grote Kerk staat.

Het in 1579 verbrande koor.
Het koor van de kerk is in 1579 verbrand, waarbij ook de graven van David en Philips van Bourgondië verloren zijn gegaan. Het was toen een roerige tijd in Nederland. De Reformatie was in volle gang en de Rooms Katholieke kerken gingen over naar de Protestanten. Zo ook in Wijk bij Duurstede waar in 1581 de Grote Kerk in handen kwam van de Nederduitse Gereformeerde Kerk.

Ook voor Wijk bij Duurstede was het een roerige tijd. In 1569 werd de Wijkse linnenwever Dirk Cornelisz vanwege protestantse sympathieën opgehangen en in 1572 werd door de Watergeuzen in den Briel de Wijkse monnik Cornelis van Wijk opgehangen, omdat hij het rooms-katholieke geloof niet af wou zweren.  Gezien de omstandigheden is de brand van het koor misschien wel aangestoken. Ir G. Berends heeft getracht een dwarsdoorsnede van het koor te reconstrueren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Links een gereconstrueerde dwarsdoorsnede van het koor van de Grote Kerk en
rechts gezicht op de oostgevel en de Open Hof in 1993.

 

 

 

 

Links een schilderij van J.R. van Nijendaal uit 1946 met een nog geheel witte oostgevel en rechts
de Tien Leefregels uit 1593 die in 1975 onder de witte kalklaag tevoorschijn kwamen.

 

 

De Tien Leefregels.
Na de brand heeft men het koor gesloopt en de ruimte tussen het dwarsschip en het koor met een muur dicht gemaakt. In 1593 werd de tekst van de Tien Leefregels uit de bijbelboeken Exodus 20 en Deuteronomium 5 op deze muur aangebracht. Het is de Antwerpse vertaling, want de synode van Dor-drecht vond pas in 1618/1619 plaats, zodat de Statenvertaling nog niet beschikbaar was. Toen in 1968 met de restauratie van de Grote Kerk begonnen werd, was van de tekst van de Tien Leefregels niets te zien. Zij was geheel onder de witte kalk verdwenen. In de jaren 1975/76 hebben drie studenten ca. 3 maanden met een soort aardappelschilmesje heel voorzichtig de kalklagen eraf gepeuterd. De schilder Jacobs uit Velp is toen nog drie maanden bezig geweest om de tekst weer netjes op te halen.

 

 

 

De Mariaklok uit 1506.

Kerkklokken.
In 1506 was de kerktoren al zover dat Wilhelmus van Wou de Mariaklok kon maken. Deze klok is toen tijdelijk op de hoogte van de eerste omgang van de toren gehangen. Deze klok weegt 2.400 kg en heeft een diameter van 1,54 m. Op de klok staat de volgende tekst: “ Domini MCCCCCVI. Maria is mijn naem. Mijn ghelut is door Got bequaem. Den levenden roep ik. Den doden over ludic. Haghel en donder verstur ik. Wilhelmus de Wou me fecit”. Deze klok werd in het begin van de vorige eeuw elke zondag geluid voor de aanvang van de kerkdienst. Men luidde enkele minuten op 1 uur en een half uur voordat de kerkdienst begon en 8 minuten vlak voor het begin van de kerkdienst. Momenteel wordt deze klok alleen nog 7 minuten voor de aanvang van een kerkdienst geluid. In de toren hangen nog drie klokken die in 1515, 1519 en 1717 zijn gemaakt.

 

 

 

 

 

Memoriesteen van Samuel Gijbertsz uit 1514.

Memoriesteen.
In het dwarsschip van de kerk hangt een memoriesteen uit 1514. Er staat een Latijnse tekst op die de kwaliteiten van mr. Samuel Gijsbertsz beschrijft. Samuel zal tussen 1445 en 1450 geboren zijn en liet zich in 1466 inschrijven als student aan de artesfaculteit in Leuven. Samuel werd pastoor in Cothen en kanunnik van de Grote Kerk. Tevens was hij gasthuismeester van het oude Ewoud en Elisabeth Gasthuis in de Oeverstraat. Waarschijnlijk was hij als kanunnik verantwoordelijk voor de bouw van de Grote Kerk ten tijde van David van Bourgondië. Onder zijn leiding is ook de nog bestaande gasthuiskapel bij het E.E.G. gebouwd en ingewijd. Hij zal waarschijnlijk begraven zijn in een grafkelder in het dwarsschip van de kerk.

 

 

 

 

 

Grafkelders in het dwarsschip van de Grote Kerk.

Torenschilderij.
In de Grote Kerk hangt al sinds eeuwen een schilderij van de kerktoren. Van dit genre zijn in geheel Nederland in totaal tien originelen overgeleverd. Slechts drie daarvan zijn ongeveer even oud als het Wijkse schilderij. Als weergave van een afzonderlijke toren is het Wijkse werk veruit het oudste in zijn soort.  De toren is geschilderd op vier houten plankjes. In 2008 is via dendrochronologisch onderzoek van de plankjes vastgesteld dat het schilderij omstreeks 1540 gemaakt moet zijn. Het zal gediend hebben als informatie bij een offerblok om geld in te zamelen voor de bouw van de toren en de kerk.

Er wordt altijd verteld dat de toren groter had moeten worden dan de Domtoren in Utrecht. Als de leng-te van de toren op het schilderij wordt vergeleken met dat deel van de toren dat werkelijk is gebouwd, dan had de toren ca. 70 m hoog moeten worden.

De orgels.
In de Grote Kerk staan twee pijporgels. Het hoofdorgel boven de ingang naar de toren en het koororgel in de dooptuin. De geschiedenis van het hoofdorgel gaat terug tot in de 15e eeuw. In 1468 was er in de rekeningen van het Sacramentsgilde al sprake van een organist. Vermoedelijk is dit 15e eeuwse instrument rond 1540 vervangen door een nieuw en groter orgel. In ieder geval was het orgel er in 1557. De huidige orgelkas stamt voor een groot deel nog uit die tijd.

 

 

 

 

 

Vergelijking van het torenschilderij met de echte toren.

Ook in de 18e eeuw was men zich bewust van de waarde van het orgel. Toen de vroedschap in 1716 besloot het orgel te laten restaureren (het orgel was toen stedelijk eigendom), motiveerde zij haar be-sluit als volgt: “geconsidereert sijnde, dat het orgel niet alleen is het voornaemste ornament en cieraat van de kerck, maar oock van sonderlinge hulpe en dienst van de gemeynte in het exerceren van de godsdienst en gevolgelick aan de goede ordre en onderhout van dien seer veel gelegen leyt”. In die tijd vond de overheid het beoefenen van de godsdienst nog belangrijk en betaalde zij de restauratie van het orgel. Tussen 1716 en 1968 hebben er nog verschillende orgelrestauraties plaatsgevon-den.

Tijdens de laatste restauratie van het hoofdorgel in de jaren 1968 t/m 1982 is het rugwerk omgebouwd tot het huidige koororgel en is het brede orgelbalkon omgebouwd tot een zwaluwnest-balkon.
Het orgel was voor de restauratie helemaal bruin geverfd. Deze verflaag moest er voorzichtig afgekrabd worden. Onder de bruine verflaag kwamen mooie kleuren tevoorschijn, die weer teruggebracht zijn op de orgelkas.


 

 

 

Links de situatie vóór 1968 met het hoofdorgel inclusief rugwerk en breed orgelbalkon en
rechts het orgel na 1982 zonder rugwerk en met een zwaluwnest-balkon.

 

 

 

 

 

Links een deel van de orgelkas waar de bruine verf gedeeltelijk is verwijderd en
rechts een gerestaureerd deel.

Kosten van de restauratie en het onderhoud van de Grote Kerk.
Van 1966-1969 zijn de kerktoren en de klokken gerestaureerd voor ca. € 360.000,-. Van 1968- 1976 is de Grote Kerk gerestaureerd voor ca. € 2.800.000,- en het orgel van 1968-1982 voor ca. € 390.000,-. Hiervan heeft de kerkelijke gemeente ca. € 200.000,- betaald. De kerktoren is in de jaren 2006 -2008 gerestaureerd voor ca. € 1.400.000,-. De binnenkant van de Grote Kerk is van 2008-2009 gerestaureerd voor ca. € 300.000,-, hiervan heeft de kerkelijke gemeente  ca. € 120.000,- betaald.

Het jaarlijks bouwkundige onderhoud van de Grote Kerk kost ca. € 100.000,- per jaar. Hiervan betaalt de overheid nog 65 %. Er blijft dan nog ca.€35.000,- over, dat betaald moet worden door de Protestantse en de Hervormde Gemeente. Zij betalen ieder de helft. Hiernaast moet voor het gasverbruik van ca. 30.000 m3 en het elektriciteitsgebruik van ca. 30.000 kWh nog ca. € 20.000,- betaald worden. Totaal moeten de kerkelijke gemeenten dus ca. € 55.000,- per jaar aan onderhoudskosten betalen.

Kerkarchivaris,
Ton Gelok
 


 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

terug

Kerkdiensten:

Zondag 15 september, 9.15 uur
 

Opnamen livestream

Tijdens de diensten worden opnamen gemaakt t.b.v. de livestream. Aan beide zijden naast de banken hangt een camera aan de pilaar.
Wilt u niet herkenbaar in beeld komen, zorg dan dat u in de banken achter de camera's plaats neemt.

Uitzenden van een kerkdienst

Op kerkdienstgemist.nl hebben we een gemeenschappelijke online omgeving met de Hervormde gemeente. U kunt daar onze protestantse eredienst van 11.00 uur volgen.


YouTubekanaal met filmpjes

Op het YouTube kanaal van onze gemeente zijn speciaal opgenomen filmpjes te bekijken.
De link naar het dit kanaal is: you tube kanaal pkn Wijk bij Duurstede