Preek van zondag 9 mei 2021
Preek van zondag 9 mei 2021
Heb elkaar lief
Johannes staat bekend als de apostel van de liefde. In zijn evangelie en brieven kan hij daar inderdaad prachtig over schrijven. Dat behoort tot de meest waardevolle en aansprekende delen van de Bijbel. Toch kunnen zijn woorden ook iets ongemakkelijks hebben. De liefde, waarover Jezus spreekt, krijgt dan iets dwingends. Neem bijvoorbeeld het slot van hoofdstuk 15. Daar zegt Jezus, in de weergave van Johannes, tot zijn leerlingen: Dit draag ik jullie op ‒ heb elkaar lief. Alsof je dat kunt afdwingen, alsof je kunt liefhebben op commando. Zoiets proef je ook eerder, als Jezus hen meegeeft: Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Voor ons besef is dat een wat wonderlijke kijk op vriendschap. Daarbij stel je toch niet zulke eisen?
Toen onze kinderen nog klein waren en oma regelmatig oppaste, zei één van hen op een keer: ‘Ik vind oma niet lief’. Hoe dat zo, vroegen we verbaasd? Nou, luidde zijn kordate antwoord: ‘Oma doet niet wat ik zeg’. Kijk, zo werkt dat bij een kind dat niet altijd zijn zin krijgt. Maar onder volwassenen zijn vriendschap en liefde heel wat minder verplichtend. Natuurlijk, je moet betrouwbaar zijn en iets voor elkaar overhebben, anders loopt het spaak. Maar daarnaast hebben deze dingen toch ook iets onvoorwaardelijks. Voor ons gevoel zijn de woorden van Johannes 15 nogal kort door de bocht en dan net iets te dwingend.
De tijd van de Bijbel is een andere dan de onze. Dat merk je weer eens bij deze evangelielezing. Als moderne mensen zijn we groot geworden met een romantische kijk op vriendschap en liefde. We zijn kinderen van de Romantiek, een stroming of beweging die ruim 200 jaar geleden doorbrak in de westerse wereld, en die sterk de nadruk legt op je innerlijk. Op wat er leeft in je hart, op wat je diep van binnen ervaart en voelt. Voor mensen in de Romantiek is het nuchtere verstand al snel verdacht: je moet vooral luisteren naar wat het hart je vertelt. Op zich lijkt dat een mooi uitgangspunt, maar het heeft ook zijn schaduwzijden. Want gevoelens kunnen zomaar veranderen, ons hart is nogal eens wispelturig. In onze tijd maken we mee dat de romantische liefde kan veranderen in een slagveld ‒ denk aan de vele vechtscheidingen, als voormalige liefde omslaat in blinde haat.
Romantische relaties ‒ lees je af en toe ‒ zijn lang niet altijd beter dan de gearrangeerde huwelijken, zoals je die in de Bijbel vindt en nog altijd in andere culturen kunt tegenkomen. Al blijf ik daar, mede door het kijken naar The Crown ‒ de serie op Netflix over het Engels koningshuis ‒ ook grote vraagtekens bij houden. In meerdere gevallen eindigen de gearrangeerde huwelijken in het huis van Windsor vrij dramatisch. Nee, zonder romantiek kunnen we ons een huwelijk niet meer voorstellen. Maar het is geen garantie voor de toekomst. En in de Bijbel speelt het lang niet zo’n grote rol als in onze tijd. Zeker, ook daar geldt de liefde tussen twee mensen als iets bijzonders. Een boek als Hooglied kan er vol passie over vertellen. Toch is liefhebben in de Bijbel echt iets anders dan zo’n ‘heel apart gevoel van binnen’ dat eindeloos bezongen wordt in de popmuziek.
Hoe zit dat dan bij Johannes en breder in de Bijbel? Liefde is bijbels gezien een ruimhartige levenshouding, die zich niet beperkt tot één beminde of tot enkelingen in je nabije omgeving. Heel wat meer mensen kunnen hierin delen. Zo sticht liefde gemeenschap tussen heel verschillende mensen die elkaar niet afweren of beconcurreren maar aanvaarden en tot hun recht laten komen. Ze zijn over en weer uit op het beste voor de ander en gunnen elkaar dus welzijn en geluk. Daarbij hoort ook ‒ zoals de tien geboden al laten zien ‒ dat iemand niet toelaat dat hebzucht, agressie of jaloezie de gemeenschap verstoren en alles in de war te schoppen. Dat is de liefde voor elkaar die Jezus hier opdraagt aan zijn leerlingen. Ze hoeven elkaar niet – op romantische wijze ‒ stuk voor stuk even lief en aardig te vinden. Zoiets zou onmogelijk zijn. Dat geldt ook voor ons als kerkelijke gemeenschap: de één ligt je beter dan de ander, dat is op zich geen probleem. Maar help je elkaar op weg, steun je elkaar in problemen, deel je elkaars vreugde en verdriet, ben je bereid elkaar te vergeven en spreek je geen kwaad over de ander? Om zulke concrete dingen gaat het in de bijbelse liefde. Zij toont zich in de manier waarop je in het leven staat, een houding waar hoofd, hart en handen tegelijk in meedoen. Die levenshouding drukt Jezus zijn volgelingen op het hart.
Die liefde in ruimere zin, die verdergaat dan je beminden, zit niet van nature in ons. Al zijn er wel sommige apen ‒ men kijkt dan met name naar de vriendelijke bonobo’s ‒ die het aardig doen. Ze schijnen bijvoorbeeld vreemdelingen die niet tot de eigen groep behoren te helpen zonder er zelf beter van te worden. Toch is er wat de menselijke natuur betreft geen reden tot optimisme. We zijn niet zomaar van huis uit altruïsten. Ooit las ik een interview met een evolutiebioloog die vrij somber was. ‘We zijn niet op de wereld om mekaar, om mekaar te helpen, niet waar.’ Dat oude liedje gaat volgens hem niet op. ‘Ieder mens kijkt hoe hij de ander kan gebruiken voor zichzelf. Dus niet samen, maar persoonlijk overleven, daar zijn we op uit. Naastenliefde zit ons niet in het bloed.’ Was dat niet de grote vergissing van het communisme? Een vrij ontnuchterende visie die ook weer iets eenzijdigs heeft. De waarheid kon wel eens, zoals vaker, in het midden liggen. Een mens is in staat tot oprechte, niet zelfzuchtige liefde, ook ten opzichte van een onbekende naaste. Een mens kan echter ook een onverschilligheid of egoïsme tonen waar je koud van wordt. En dat wordt er vandaag de dag niet beter op. Zeker nu religieuze kaders wegvallen, die soms nog wat kunnen corrigeren, blijkt menigeen heel wat minder humaan dan je zou willen. Het ‘ikke, ikke, ikke’ of ‘eigen volk eerst’ klinkt iets te vaak en iets te luid.
Volgens Johannes, zo lees je met name in zijn brieven, komt zo’n gebrek aan liefde voort uit de zelfbeslotenheid van een mens. Uit een onvermogen om werkelijk in relatie te treden tot een ander, een onvermogen om jezelf te openen en te geven. Dat kan gaan om onwil die wordt ingegeven door egoïsme: ik houd alles voor mezelf! Maar het kan ook onmacht zijn, waarin angst en onzekerheid een grote rol spelen. Dan wordt die ander al snel als een bedreiging gezien. Vaak leven mensen als een ei dat niet opengaat, een cocon die gesloten blijft. Een graankorrel, zou Johannes zeggen, die niet openbreekt om vervolgens tot bloei te komen.
In dat verband brengt hij de liefde van God ter sprake. Daarin weet een mens zich aanvaard en geliefd, zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Die liefde werkt als een bevrijdende en verzoenende kracht, die je losmaakt uit je gesloten ego. Het is een ontwapenende kracht die je hart kan openbreken, en je helpt om angst of wantrouwen te overwinnen. Zo leer je elkaar dus niet als vijanden maar als mogelijke vrienden zien die doen wat Jezus zegt. Van die bevrijdende en verzoenende liefde is Hij zelf ons levende bewijs. Waar niemand ooit God heeft gezien, benadrukt Johannes, is Hij degene die God zichtbaar maakt onder de mensen. Jezus toont ons het geheim van de liefde, van God in ons en wij in hem. Blijf in die liefde, is zijn boodschap, en je zult leven als een vrij mens die ware vreugde ervaart. Je kruipt uit je ei, je cocon, en wordt, zoals Nicodemus te horen krijgt, als het ware opnieuw geboren.
In Jezus ontdekken zijn leerlingen dat liefde een goddelijke kracht is die alles verandert, je verstand en je gevoel, ja, heel je doen en laten. Je wordt er een ander mens van. Je voelt je gedragen door een goddelijk liefde die je vertrouwen en innerlijke rust schenkt. Liefde die je helpt om staande te blijven, ook als het leven pijn doet en diepe wonden slaat, of als deze wereld door allerlei onheil getroffen wordt. Te midden van dat alles is er de nabijheid van een liefdevolle God ‒ Hij in ons en wij in hem ‒ die ons draagt en tegelijk aanwijst op elkaar. Want zoals Jezus God een gezicht gaf, zo kunnen wij ook met elkaar iets zichtbaar maken van deze God. Niemand heeft hem ooit gezien, kunnen we met Johannes beamen. Maar waar we met elkaar in liefde verbonden zijn, daar maken we God zichtbaar op deze aarde. Daarom, gemeente, dat gebod van Jezus: heb elkaar lief. Amen.
|