Preek van zondag 5 juni 2022 Preek van zondag 5 juni 2022
Intro op de lezingen uit Ruth 4 en Handelingen 2 op Pinkstermorgen 5 juni 2022

Het is vandaag een feestelijke dag waarop we maar liefst drie geboortes vieren. Om te beginnen natuurlijk die van Joop Muis die we in het tweede deel van de dienst gaan dopen. Een bijzondere dag voor hem, zijn ouders en ook voor de grootouders, familie en vrienden.

Ook in onze eerste lezing wordt een kind geboren, hij heet Obed en is de zoon van Ruth en Boaz. Dat verhaal hebben we de afgelopen zondagen hier gelezen en sluiten we vandaag af met een fragment uit Ruth 4. Een vrolijk slot, vol nieuw leven, heel anders dan het begin van het boek Ruth. Want daarin is de dood alom aanwezig was. De mannen in het verhaal zijn stuk voor stuk gestorven. Maar Ruth, de weduwe uit Moab, en ook haar eerst nog zo moedeloze schoonmoeder Naomi, weten de draad van het leven op te pakken. Ze doen dat met veel lef en creativiteit. En als zich vervolgens in Bethlehem een betrouwbare man als Boaz meldt, dan krijgt het verhaal een bijzondere wending. Er gaat een nieuwe geest waaien, vertelt ons verhaal. En één van de vruchten van die Geest, dat is de kleine Obed.

Ook onze tweede lezing, uit het boek Handelingen, kun je een geboorteverhaal noemen. Niet van een mens maar van de kerk. Die ontstaat namelijk op het Pinksterfeest. Daarvóór zijn de leerlingen van Jezus nog volop in verwarring. Eerst was er de kruisiging van Jezus waardoor ze volledig uit het veld zijn geslagen. Vervolgens die wonderlijke berichten over zijn opstanding die hen wel hoop geven maar ook enorm verwarren. Wat is er gaande, wat heeft dat te betekenen? De eerste tijd, laat Lucas zien, zijn ze sterk naar binnen gekeerd en met zichzelf bezig. Maar dan wordt het Pinksteren en begint de Geest te waaien. Dan gaan de ramen en deuren open en komen de volgelingen van Jezus naar buiten. Op die dag ontstaat er een nieuwe gemeenschap – de geboorte van de kerk. Vermoedelijk zitten we met dit verhaal in het jaar 30 na Christus, dus de kerk wordt vandaag 1992 jaar oud – dat lijkt me wel een felicitatie waard.

Wat, gemeente, wenst u deze dag de jarige kerk toe? En wat wenst u de kleine Joop toe? Dat vragen we u gaandeweg de dienst op te schrijven op een placemat die door de banken gaat en die twee jongeren van de voorbereidingsgroep van achteruit naar voren begeleiden. Neem rustig de tijd, want ze hoeven pas aan het slot van de preek voorin de kerk te arriveren. En als u niet zo snel iets weet, dan mag u de placemat ook doorgeven zonder er iets op te schrijven

 
Verkondiging
Lieve mensen, jong en oud, gemeente van Jezus Christus

Velen zijn opgegroeid met een nogal statisch godsbeeld. Ergens hier boven, in zijn hemel, zit God maar wat te zitten, houdt Hij ons een beetje in de gaten en trekt Hij af en toe eens aan de touwtjes. Niet wat je noemt een inspirerende beeld, velen zijn er dan ook op afgeknapt. In onze lezingen van vandaag krijg je echter een heel andere indruk. Hier heeft God te maken met nieuwe kracht en inspiratie. Dat lezen we zowel in het boek Ruth als in Handelingen 2. Als de Geest gaat waaien, dan komen mensen weer tot leven, dan staan ze op en komen ze in beweging. Zo laat Pinksteren ons zien: God zit niet statisch op afstand maar is juist dynamisch in ons midden aanwezig., ook vandaag de dag. Ja, in de telkens nieuwe inspiratie en beweging onder mensen, daar moet je God zoeken, daar is Hij te vinden. Ongrijpbaar, niet te vatten, daarom spreken we graag van de Geest die waait waarheen zij wil.

We zien zoiets gebeuren met Ruth en Naomi. Lamgeslagen keren ze vanuit Moab terug in Bethlehem, want ze kregen klap op klap te verwerken, met name de dood van hun mannen. Hun leven heeft alle glans verloren, maar dan begint er, ondanks alles, toch weer iets te broeien. Deze vrouwen herpakken zich, komen in beweging, tonen lef en ontmoeten in Boaz iemand die het voor hen opneemt. En als dan tussen hem en Ruth de liefde opbloeit, zorgt de kleine Obed voor nieuwe levensvreugde. In zo’n liefdevol gebeuren, laat de Bijbel zien, is iets van God aanwezig. Zonder dat je dat precies kunt aanwijzen, zien we zijn Geest hier aan het werk. En dat gebeurt nog steeds, waar mensen troost ervaren en uitstijgen boven hun verdriet of innerlijke pijn, ja, waar lamgeslagen mensen weer hoop krijgen en in beweging komen.

Zoiets geldt ook voor de discipelen van Jezus. Door wat ze hebben meegemaakt, zijn ze uit het veld geslagen. Het is verwarring alom, ook na Pasen, als de levende Heer aan hen verschijnt. Geloof en ongeloof strijden om de voorrang. Ja, wat moet je met zo’n verhaal? Ze durven er niet goed mee naar buiten te komen. Maar dan, met Pinksteren, begint het vuurtje op te laaien. Dan gebeurt wat Peter Gabriël ooit zo mooi bezong in zijn lied tegen apartheid: je kunt wel een kaars, maar je kunt geen vuur uitblazen. Want door de wind worden de vlammen hoger en hoger. Dat is wat Lucas hier vertelt, over die vuurtongen die zich verspreiden op de volgelingen van Jezus. Ze schudden de laatste schroom van zich af en raken in vuur en vlam. Vol van de Geest komen ze in beweging en spreken ze opeens alle talen. Of misschien moet je wel zeggen: ze spreken de ene taal die wereldwijd mensen met elkaar verbindt: de taal van de liefde en de vrede. Want met dat talenwonder van Pinksteren kun je meerdere kanten op.

Bij al dat enthousiasme, al die beweging en inspiratie, kun je de vraag stellen: is het vandaag de dag in de kerk niet veel te saai? Die vraag kwam ook op in onze voorbereidingsgroep. Dan gaat het eigenlijk meer over de kerkdienst dan over de kerk zelf. Want een kerkelijke gemeente als de onze, kan ik u verzekeren, zit vol alles behalve saaie mensen. Dat bleek afgelopen zaterdag weer eens op de Dag van de Groene Grote Kerk. Wat hebben we kunnen genieten van alle activiteit en creativiteit. En dat doen we vandaag bijvoorbeeld van ons bakkersgilde, dat weer heerlijke dingen heeft gemaakt bij de koffie en limonade na de dienst. Trouwens, als je ziet wat er gaande is in de samenleving – de verharding en polarisatie van mensen die enkel uit zijn op hun eigen gelijk – dan denk ik vaak: wat kennen we als kerk een weldadige sfeer van empathische en weldenkende mensen. En wat heeft, in een wereld vol complotdenkers die alles geloven wat los en vast zit, het aloude christelijke verhaal een rijkdom aan wijsheid en inspiratie, met teksten en verhalen en ook normen en waarden die er nog altijd toe doen.

Maar de kerkdienst, is die in het licht van al het Pinksterenthousiasme, niet te saai? Soms denk ik van wel. Dan zitten we te vast aan oude tradities en spreken we in onze diensten teveel één taal – de bijbelse tale Kanaäns die wel mooi is maar ook oud en voor velen onverstaanbaar. Nieuwe woorden zoeken voor wat we wel en niet geloven, dat blijft de grote uitdaging van deze tijd. En dat geldt ook voor nieuwe vormen van vieren in de kerk. Er is door de jaren heen van alles geprobeerd maar tegelijk merk je dat een kerkdienst gewoon z’n beperkingen kent. Die leent zich maar in beperkte mate voor bijvoorbeeld een dialoog met elkaar of een speels experiment. Dat is vaak een dilemma.

Zoiets geldt ook voor de muziek, op dat terrein is er van alles mogelijk. Ik las onlangs een geweldig boek, over wat er door de tijd heen door gelovigen gezongen is. In kloosters en kerken, in huizen, de open velden en concertzalen. Van oost tot west, van oude psalmen en gezangen tot gospels en spirituals. Pophelden als Elvis, Aretha Franklin en Johnny Cash deden ook hun duit in het zakje. Er is dus veel mogelijk, maar als kerk kun je lang niet alles en moet je verkennen wat bij je past. Daarbij kun je muziekstijlen combineren, zoals we vandaag doen met combo en orgel, maar ook kun je verschillende diensten houden en dus variëren. Evensongs, iets met Taizé, stiltevieringen, Top 2000-diensten. Zo kun je, net als de leerlingen van Jezus, ieder in zijn of haar eigen taal tegemoet komen, jong en oud. Wel moet je natuurlijk goed verkennen wat je daarvoor wel en niet in huis hebt.

Toch kun je je ook afvragen in hoeverre saaiheid echt een probleem is voor de kerkdienst. ‘Een beetje saai mag wel, dat hoort erbij’, zei een van onze jeugdleden heel verrassend tijdens de voorbereiding. Een vrij briljante opmerking. Want laten we ook weer niet met alle winden meewaaien, klinkt erin door. Zo is er een tendens in deze tijd dat alles je een kick moet geven. Ja, zo strompelen mensen van kick naar kick om in een bestaan, dat hen lijkt leeg te zuigen, maar op de been te blijven. Sommige kerken spelen daarop in, maar ik heb er mijn vraagtekens bij. De kerk is meer dan een tankstation waar je keer op keer nieuwe energie komt halen. Met de kerkganger in de rol van consument die vooral iets komt ‘halen’, tenminste … zo lang het smaakt.

Voor mij is de kerk meer een plek van ontmoeting en bezinning, en ook van vertraging. Een vertraging die tegengas biedt aan wat wel ‘de versnelling van het leven’ wordt genoemd, onder andere door Hartmut Rosa, een Duitse denker. Mensen staan steeds meer onder druk van alles wat er in korte tijd moet gebeuren of raken vol van de informatie die continu op hen wordt afgevuurd. Je moet overal bij zijn of snel op alle social media berichten reageren. Je staat continu áán. Jong en oud lijden tegenwoordig aan FOMO, the Fear of Missing Out. Je bent bang iets te missen en opeens buiten de boot te vallen. Hoe heerlijk saai is het dan om in een kerk te komen waarin zoiets geen rol speelt. Je hoort er gewoon bij, je komt tot rust en bezinning, je spiegelt je leven in oude verhalen en leert met elkaar onderscheiden wat er wel en niet toe doet in je leven. Saai misschien, maar lekker saai. Ik denk dat de behoefte daaraan weer aan het groeien is. De kerk als plek waar je in alle rust weer in contact komt met jezelf, de ander en het leven. Het leven waarvan de Bijbel ons leert dat God er het diepe geheim van is.

Dat gun ik ons als jarige kerk en ook de kleine Joop: dat we hier een plek vormen waar we als mens, jong en oud, tot onszelf komen, ons leven overdenken en ieder onze eigen taal leren spreken. En tegelijk een plek waar we, als we elkaar ontmoeten, met elkaar de ene taal van de liefde spreken. Een plek waar we ervaren dat God, altijd ongrijpbaar en dynamisch, met zijn Geest onder ons wil wonen en in ons wil werken. Amen

 
terug