Preek van zondag 3 juli 2022
Preek van zondag 3 juli 2022
Drie Maria’s en Martha Onlangs was in de Open Hof een avond over Maria, of beter: over één van de Maria’s in het Nieuwe Testament. Want zoals lange tijd de naam Jan populair was in Nederland, zo gold dat in die tijd voor Maria. Er liepen er honderden zo niet duizenden rond. Die bewuste avond ging het dan ook niet over de Maria uit Lucas 10, die met haar zuster Martha in Bethanië woont, niet ver van Jeruzalem. Evenmin ging het over Maria Magdalena, die niet uit Judea maar uit het noorden van het land komt, uit het stadje Magdala aan het meer van Galilea. Nee, die avond stond een derde Maria centraal, de vrouw die moeder van Jezus werd. Als we het bij plaatsnamen houden, dan gaat het bij haar om Maria van Nazareth. Deze Maria heeft met name onder katholieken groot aanzien en kan door hen bijvoorbeeld moeder Gods genoemd worden. Ook wordt wel beleden dat ze eeuwig maagd is gebleven ‒ bijbels gezien niet echt geloofwaardig , want het evangelie vertelt dat Jezus meerdere broers en zussen heeft. Verder wordt verkondigd dat Maria niet is gestorven maar ten hemel is opgenomen. Dat dogma is nog maar 70 jaar geleden, in 1950, door de toenmalige paus afgekondigd. Een feest dat jaarlijks op 15 augustus wordt gevierd. Voor menig protestant ‒ daar ben ik er één van ‒ zijn zulke dingen niet mee te maken. Moeder Gods, eeuwige maagd, Maria Hemelvaart, je vindt het niet terug in de Bijbel en het roept zowel binnen als buiten de kerk snel bevreemding op. Wat misschien nog belangrijker is: moeder Maria speelt in de Bijbel niet echt een hoofdrol. Wel in het eerste hoofdstuk van Lucas, het verhaal over haar zwangerschap, aangekondigd door de engel Gabriël. Daarin wordt Maria uitgetekend als iemand die God met overgave wil dienen. Maar verderop in het evangelie is daar weinig van over. Want Maria blijkt niet echt enthousiast te zijn over de wijze waarop Jezus rondtrekt door het land. Zij is bang, vertelt het evangelie van Marcus dat Hij te ver gaat, ja – staat er ‒ dat Hij zijn verstand verloren heeft. Daarom wil ze dat Hij naar huis komt en zoekt ze hem op met een aantal zonen. Maar Jezus houdt hen op afstand. ‘Weet je wie mijn moeder, broers en zusters zijn?’, reageert Hij scherp. Dat zijn de mensen die de wil van God doen, de mensen die hem volgen. En dan wijst Hij op de kring om hem heen. Nee, twee andere Maria’s staan veel dichter bij Jezus. Om te beginnen natuurlijk Maria Magdalena. Zij komt in de evangeliën naar voren als de meest toegewijde leerling van Jezus. Zij volgt hem al vanuit Galilea en staat met andere vrouwen onder het kruis. Ook behoort zij tot de eerste getuigen van de opstanding. Bij Johannes krijgt ze zelfs de hoofdrol. Want het is deze Maria uit Magdala die opeens haar levende Heer herkent ‒ Raboeni!‒ nadat ze hem eerst nog aanzag voor de tuinman. Goed, alle latere onzin, dat ze met Jezus trouwde en samen een kind kregen, mogen we snel vergeten. Dat denken mensen die de fictie in de Da Vinci Code van Dan Brown serieus nemen. Maar wel is deze Maria Magdalena een bijzonder trouwe leerling van Jezus die in haar toewijding alle anderen, ook mannen als Petrus en Johannes, overtreft. Een goede tweede is Maria uit Bethanië, de zuster van Martha en ook – lezen we elders ‒ van Lazarus. Als een ware discipel heeft ze aan Jezus’ voeten gezeten om naar hem te luisteren, zo lazen we vandaag. En ook ‒ staat in Johannes 12 ‒ heeft ze die voeten van Jezus gezalfd, terwijl Martha de maaltijd opdiende en Lazarus aanlag aan tafel. Jezus hield veel van Martha, haar zus en Lazarus, vertelt Johannes nadrukkelijk. Dit drietal in Bethanië behoort tot zijn intieme vrienden. Helaas is deze Maria vaak verward met een andere vrouw die Jezus eveneens heeft gezalfd. Die stond namelijk bekend als een zondares, en zo is het misverstand ontstaan dat onze Maria in de prostitutie had gezeten. Zo’n verhaal deed ook eeuwenlang de ronde over Maria Magdalena en heeft ‒ moet ik toegeven ‒ prachtige schilderijen opgeleverd. Maar dat bleek toch vooral de opgewonden fantasie van mannelijke theologen en kunstenaars. Dat beeld is de laatste decennia dan ook onder aanvoering van vrouwelijke theologen keurig hersteld. Noch Maria uit Magdala noch Maria uit Bethanië zaten in de prostitutie, daarover is niets bekend. Wat we wel weten: ze zijn allebei trouwe, toegewijde leerlingen van Jezus. Dat geldt eigenlijk ook voor Martha, ook zij is een trouwe leerling. Ze doet me denken aan mijn tante uit Den Haag die ook Martha heet en nu helaas ernstig ziek is. Een hartelijke en doortastende, van huis uit Groningse vrouw. U weet misschien dat ik zelf op de Veluwe opgroeide maar dat heel mijn familie uit het hoge Noorden komt. Dat droeg ongetwijfeld bij aan de vreemde mengeling van accenten die ik schijn te spreken. Van die nuchtere Groningers kreeg ik als motto mee: ‘Nait soezen, den wors nait old’. Dat draagt mijn tante Martha ook uit: ‘niet zeuren, dan word je niet oud’. Daar herken ik me in. Zo heb ik geen hekel aan vergaderen, zolang het maar niet uitloopt op gezever. Hier in de kerk worden we daar volgens mij steeds beter in: kort vergaderen en niet zeuren. De Martha van ons verhaal doet dat ook niet, ze weet van aanpakken en is recht door zee. Dus als het haar teveel wordt dat Maria geen poot uitsteekt, dan maakt ze dat kort en krachtig duidelijk: Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij alles alleen laat doen? Zeg haar toch dat ze mij komt helpen. Bij haar klacht zit meteen een oplossing: laten we het samen doen. Wat mij betreft alle respect voor deze Martha. Toch gaat bij Lucas de sympathie uit naar Maria. Zij kiest het ene dat zo waardevol is, zij luistert naar wat Jezus te zeggen heeft. En is dat niet belangrijker dan een goede maaltijd? Een mens leeft niet van brood alleen, kregen we mee in Deuteronomium 8, maar van alles wat de mond van de Heer voortbrengt. Dat is precies wat Maria doet. Of moet je zeggen dat deze vrouwen eigenlijk een mooie twee-eenheid vormen. Dan zit hun kracht juist daarin, dat ze elk op hun manier mensen kunnen inspireren of aan het denken zetten. Door de tijd heen zie je dan ook dat de sympathie heen en weer gaat. Dan wordt Maria in stelling gebracht als de kerk aan activisme ten onder dreigt te gaan. Op doenerige jaren volgt dan een roep om spiritualiteit. Terwijl in lauwe tijden van weinig maatschappelijk en diaconaal engagement de roep om Martha weer aanzwelt: niet lullen maar poetsen, gewoon handen uit de mouwen. Want leert de Bijbel niet dat geloof zonder daden dood is? Ongetwijfeld! Toch krijgt Maria veelal de voorkeur, als toegewijde en spirituele gelovige, terwijl Martha de wat simpele doener zou zijn. Iemand vol goede bedoelingen maar zonder veel diepgang. Wel zal iedere predikant daar meteen aan toevoegen dat ze voor een goede balans allebei hard nodig zijn in de kerk: de Maria’s en de Martha’s. Toch was er al in de Middeleeuwen iemand die vrij verrassend een andere benadering koos. Een mystiek denker die we kennen als Meester Eckhart, hij leefde zo’n 700 jaar geleden in Duitsland, zeg maar rond 1300. Hij was wel een mysticus, maar kon waarschuwen voor een geestelijk leven dat losraakt van het gewone bestaan. Juist in ons alledaagse doen en laten, benadrukt hij, kunnen we laten zien hoe God ons raakt en inspireert. Geloof moet dus niet in ons hoofd of hart blijven hangen, in vrome gedachten of mooie ideeën, maar moet juist handen en voeten krijgen in de wijze waarop we in het leven staan. Ooit hield deze Meester Eckhart een preek waarin hij verkondigde: Martha is verder dan Maria. Volgens hem zit Maria nog in zichzelf gekeerd in de leerschool van haar beschouwende leven. Terwijl de gerijpte Martha het geestelijke al geïntegreerd heeft in haar dagelijkse bestaan. Zij laat zien hoe je daaruit leeft, als een hartelijk en gastvrij mens. Want dat straalt ze uit: liefde en gastvrijheid! Dat spreekt me aan. Martha is inderdaad degene die Jezus welkom heet in haar huis. Ze heeft oog voor wat Hij nodig heeft: een goede maaltijd waarmee Hij verder kan. Maria lijkt vooral bezig met wat ze zelf nodig heeft, aan geestelijk voedsel, maar toont weinig oog voor de verzorging van de gast of de alledaagse taken. Zo kun je inderdaad zeggen dat Martha verder is dan Maria. Het doet me denken aan de tijd van de Reformatie, toen veel kloosters werden gesloten. Die zaten tjokvol met mensen die zich graag als Maria concentreerden op geestelijke zaken, maar dat ging wel ten koste van het gewone, concrete leven. Iemand als Luther kon dan ook zeggen: ‘we schaffen de kloosters niet af, maar de gezinnen – dat zijn onze kloosters’. God wil gediend worden in het alledaagse leven. In de concrete zorg voor elkaar, je gezin, familie of omgeving. Veel geld dat eerder naar de kloosters ging, las ik ooit, werd na de Reformatie dan ook aan scholen en ziekenhuizen besteedt. Daar was het hard nodig. Wat mij betreft leidt dit fragment uit Lucas dan ook niet tot een algemene, voor iedereen geldende boodschap. Zo van: mensen, wordt meer Maria, of wordt meer Martha. Ik denk dat het aan ons zelf is persoonlijk de balans op te maken. De één is toe aan meer reflectie en bezinning in zijn of haar leven. Omdat je het gevoel hebt dat je leeg loopt en je ziel tekort komt in een te oppervlakkig bestaan. De ander heeft er juist behoefte aan vage voornemens of goede bedoelingen eindelijk eens om te zetten in concrete daden. Ook daar weten we in de kerk wel raad mee, u leest er wekelijks wel en oproep in onze Nieuwsbrief. Op die manier speel je Maria en Martha niet tegen elkaar uit. Ja, een combinatie van beiden is misschien wel het mooiste. Dat je zowel iets van Maria als van Martha in je hebt. Of liever: van Maria die Martha in zich laat doorwerken. En omgekeerd: van Martha, die Maria in zich heeft opgenomen. Dan leidt tot een bezield geloof met daadkracht, waarin bezinning en actie geen eilandjes vormen maar elkaar door en door beïnvloeden. Dan raken chique gezegd mystiek en engagement, zoals meester Eckhart beoogt, niet los van elkaar maar steeds dieper van elkaar doordrongen. Zo kun je zelf groeien in je persoonlijke geloof, en zo kan een kerk groeien als gemeenschap. Laten we het beste van twee werelden combineren, van die van Martha en die van Maria. Amen | ||
terug | ||