Preek van zondag 27 augustus 2023 Preek van zondag 27 augustus 2023

Een huis voor de ziel


Het is een goede zaak dat het kerkelijk leven zich blijft vernieuwen. Zo kregen we tien jaar geleden een nieuw liedboek met meer dan 1000 liederen. Een beetje veel misschien, maar wat een rijkdom en variatie. Ook lezen we hier graag uit de Nieuwe Bijbel Vertaling uit 2004 die in 2021 nog eens werd herzien. Daarin wordt niet alleen recht gedaan aan het Hebreeuws en Grieks van de Bijbel maar ook aan goed leesbaar Nederlands. Wat mij betreft een geslaagd project. Toch zijn er bij zo’n nieuwe vertaling ook altijd kleine dingen die je mist of liever anders had gezien. Dan mis je vertrouwde woorden van weleer. Dat heb ik vandaag bij onze lezing uit Matteüs. Eerder stond daar: ‘Wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel’? Mooi gezegd: een mens kan schade lijden aan zijn ziel. Nu staat er: je kunt de hele wereld winnen, maar het leven erbij inschieten. Het woord ‘ziel’ is helaas verdwenen, en daar zal ongetwijfeld een reden voor zijn. Maar in het Grieks staat wel het woord psuchè, dat wij kennen als psyche en tegenkomen in psycholoog en psychiater. Van mij had daar wel ‘ziel’ mogen blijven staan. Al kun je je meteen afvragen wat dat is, onze ziel, en in hoeverre die bestaat. Ja, wat gaat er toch schuil achter dat mysterieuze woord, daar is heel wat over gedacht en geschreven. Ooit probeerde iemand de ziel zelfs te wegen: 21 gram. Dus wilt u het oppervlakkig gekeuvel tijdens een borrel of verjaardag doorbreken, vraag dan eens naar onze ziel – of die bestaat en wat mensen daaronder verstaan. Dat levert gegarandeerd een levendig gesprek op.

Gaandeweg ons leven loopt onze ziel schade op. Ieder mens heeft z’n krassen of deuken, wonden en littekens, opgedaan in je kindertijd of als puber, in je volwassenheid tot in je ouderdom toe. Het leven kan onrechtvaardig en hard zijn, het kent grote teleurstellingen en kan heel erg pijn doen. Ieder mens heeft dan ook troost nodig. Dat heeft Dirk de Wachter mooi uitwerkt in zijn laatste boek. Deze bekende Vlaamse psychiater is zelf ernstig ziek en verkent zijn vertroostingen in alles wat hij meemaakt. Hij schrijft dan over de aanwezigheid van de ander die onmisbaar is, en breder over ‘het kleine goede’ dat hem raakt en staande houdt: een kaart, een gesprekje. Dat komt hij tegen bij de filosoof Levinas, maar je vindt het ook al bij iemand als Prediker. Het kleine goede dat tegenwicht kan bieden aan het grote kwaad. Wat ook opvallend is: terwijl De Wachter niet meer klassiek katholiek kan geloven, komt God toch keer op keer om de hoek kijken. Zoals velen in deze tijd, is hij zijn oude godsbeeld kwijt maar zocht of vond hij nog geen nieuwe woorden of beelden. In de kerk zijn we hem op dat punt een stapje voor, tenminste, als we ons ook daarin blijven vernieuwen: in het zoeken van eigentijdse woorden en beelden voor God en geloof.

Diezelfde Dirk de Wachter maakte tien jaar geleden furore met zijn boek Borderline Times. Daarin laat hij zien dat we ook schade aan onze ziel lijden door de wijze waarop we onze maatschappij en economie inrichten. De Wachter uit scherpe kritiek op de samenleving van nu, met haar enorme haast, hebzucht en prestatiedruk. Menigeen raakt de weg kwijt in een wereld vol eisen en prikkels. En dan gaan mensen wat hij noemt borderline-gedrag vertonen: ze maken impulsieve keuzes, krijgen driftbuien, hebben korte, intense maar instabiele relaties, denken negatief over zichzelf, voelen zich in de steek gelaten en zo is er nog een reeks kenmerken. In Nederland schrijft iemand als Esther van Fenema daarover, ook psychiater. Wat zij en anderen in het klein in hun spreekkamer zien, speelt zich uitvergroot af in onze neoliberale maatschappij. Die brengt veel mensen voort die angstig en somber zijn, het leven als zinloos ervaren en van binnen een diepte leegte voelen. We leven in borderline tijden.

Daar moest ik aan denken bij de woorden van Jezus: je kunt de hele wereld winnen maar schade lijden aan je ziel. Je kunt je laten meezuigen door alles wat er in deze tijd op je afkomt of van je verwacht wordt, maar wat heb je eraan als het ten koste gaat van jezelf? Zo wil je je leven behouden maar ben je het aan het verliezen, lezen we bij Matteüs. En bij Paulus komen we eenzelfde waarschuwing tegen. Je moet je niet aanpassen aan deze wereld, geeft hij zijn lezers mee. Nee, wees kritisch, vernieuw je gezindheid, verander je denken en doen. Probeer het goede te ontdekken dat God voor ogen staat en doe wat hem welgevallig is. Laat dat je levensdoel zijn, dat is zowel heilzaam voor een mens en als voor deze wereld. We herkennen hier een bekend spanningsveld voor gelovigen: we zijn geen asceten die de wereld afwijzen maar we laten ons ook niet door alles en iedereen meeslepen. Klassiek gezegd zijn we ‘in de wereld maar niet van de wereld’. Omdat het ons om de liefde gaat en we de schade aan onze ziel graag beperkt houden.

De kerk is een huis voor de ziel. Een plek waar we op adem komen en graag bezinning en verstilling zoeken in een overprikkelde wereld. Een plek ook, las ik afgelopen week nog in de krant, waar we beseffen dat we onderdeel zijn van iets groters en deel uitmaken van de symfonie van de schepping. Een mooie volzin: we zijn onderdeel van iets groters en maken deel uit van de symfonie van de schepping. Daarom zingen we graag in de kerk en klinkt hier veel muziek. Ook benadrukken we hier regelmatig dat het er niet omgaat hoeveel je verdient, hoe bijzonder of populair je bent op social media of hoeveel je al reizend van de wereld hebt gezien. Nee, we delen hier gewoon onze alledaagse vreugde en zorgen en zoeken houvast bij God en bij elkaar. In een bestaan, beseffen we, waarin zowel het goede als het kwade royaal aanwezig zijn. En dan is het de kunst om daarin samen staande te blijven, ja, daar heb je elkaar bij nodig. Samen kerk zijn vraagt om oprechte aandacht en betrokkenheid, om instaan voor elkaar en omzien naar de ander. Hoe troostrijk, hoe heilzaam is dat.

Geloven mag iets kosten, weet ook Paulus: financieel maar ook persoonlijk. In Romeinen 12 spreekt hij zelfs van een offer, zonder dat er een dier, laat staan een mens gedood wordt. Nee, hier gaat het om een levend offer waarmee we onszelf in dienst stellen van God en de naaste. Geloven leert je meer en meer jezelf te relativeren en je ego los te laten, zodat je er werkelijk voor de ander kunt zijn: dat is volgens Paulus onze ware eredienst. Of om het met woorden van Jezus te zeggen: dat is je leven winnen door het te verliezen.

Daarom is het vandaag een feestelijke dag. Want er staan opnieuw gemeenteleden klaar om mee te doen. Vrijwilligers die hun voorganger als ambtsdrager of medewerker aflossen en op hun beurt willen meebouwen aan dit huis voor de ziel. Gelovigen die zichzelf aanbieden als zo’n levend offer, in de diaconie, het pastoraat en het beheer van de kerk. Dat doen ze niet in plaats van, maar liever samen met ons allemaal. Want die oproep van Paulus en Jezus is aan ons allemaal gericht. Wel is het goed dat we elkaar regelmatig afwisselen. Want niet alleen in de wereld kan onze ziel schade oplopen. Zoiets kan ook in de kerk gebeuren, als er grote onenigheid ontstaat of als een taak teveel van iemand vraagt of te lang op iemand drukt. Ook in de kerk is het zaak zorgvuldig met elkaar om te gaan. En om, als er schade ontstaat, die ook weer samen te herstellen. Dan is en blijft de kerk een huis voor onze ziel, gebouwd met levende stenen. Amen.

 
terug