Preek van zondag 26 sept. 2021
Preek van zondag 26 sept. 2021
Van U is de toekomst
Lezing en overdenking van: Matteüs 6, 9-10 (NBV 2021)
Bid daarom als volgt:
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen,
laat uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Lieve gemeente,
Als op 13 oktober van dit jaar de herziening van de NBV uitkomt, de nieuwe bijbelvertaling die in het jaar 2004 verscheen, liggen we wat het Onzevader betreft al twee versies achter. Want in de liturgie, en waarschijnlijk ook persoonlijk, gebruiken we nog steeds de vertrouwde woorden uit de vorige eeuw, de vertaling 1951 (NBG). Ook als we voor de oecumenische versie kiezen, zoals in onze gemeente, klinken er woorden als: ‘uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede’. En met name die laatste woorden hebben vaak voor verwarring gezorgd. ‘Uw wil geschiede’ werd dan verstaan alsof je het met twee d’s schreef – ‘geschiedde’ als verleden tijd, met dubbel d. En dan leek het erop dat alles wat er in de wereld gebeurde, de bedoeling van God is geweest. Het zou telkens zijn wil zijn die geschiedde, die zich had voltrokken. Ook de rampspoed of het persoonlijk onheil dat iemand trof. Een ernstig misverstand dat het Engels bijvoorbeeld niet kent. De Engelsen bidden al eeuwen: Thy Kingdom come, Thy will be done. Ofwel: niet uw wil geschiedde, maar uw wil moet gedaan worden. Precies zoals dat in de huidige en straks ook in de herziene vertaling staat: laat uw wil gedaan worden, op aarde zoals in de hemel!
Een belangrijke verbetering. Want anders lijkt het erop dat we, ook als het om de toekomst gaat, alles op het bordje van God schuiven. U hebt alles al bedacht, dus kom maar snel met uw koninkrijk, en zorg dat het goed komt met de aarde, met de oorlogen en de pandemie, met de milieuproblematiek en de klimaatscrisis. Maar anders vertaald wordt nu duidelijk: het is goed God om kracht en inspiratie te vragen, maar we zullen zelf onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Het gaat erom dat zijn wil gedaan wordt door mensen, dat we dus niet wegkijken of het afschuiven op God. Is dat niet de harde leerschool van de vorige eeuw geweest, die nog volop nadreunt inde wereld van kerk en geloof? Het vele onheil ‒ de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse griep, de Tweede Wereldoorlog en Auschwitz ‒ is door God niet voorkomen. Het was aan mensen, gelovig of niet, om hun gedrag te veranderen, het kwaad te bestrijden of het leed te verzachten.
Dat zal nu niet anders zijn. Daar waar mogelijk is het aan ons om onze verantwoordelijkheid te tonen, om onze liefde, kennis en creativiteit in te zetten om allerlei onheil tegen te gaan. En dat graag met hulp van God, geïnspireerd door de Geest van Christus en zijn visioen van het komende koninkrijk. In het Onzevader, het gebed dat Jezus zelf ons leert, komt dat prachtig samen, die goddelijke inspiratie en die menselijke betrokkenheid. Eerst kijken we omhoog: ‘laat uw koninkrijk komen’. En dan meteen ook naar onszelf en naar elkaar: ‘laat uw wil gedaan worden’. In de nieuwe bijbelvertaling komt dat prachtig naar voren in de parallelle zinnen.
De wil van God doen, vraagt met het oog op de toekomst om een drastische verandering van ieders leefgedrag en van de politieke keuzes. Dat werd onlangs nog eens onderstreept door de IPCC, de klimaatwerkgroep van de Verenigde Naties. In het nieuwste rapport staan alle verontrustende dingen van dit moment nog eens helder op een rijtje. Klimaatverandering heeft grote invloed op het leven op aarde: hittegolven en droogte, hevige regenval ook met tropische cyclonen, en een snel stijgende zeespiegel. Duidelijker dan ooit wordt de mens aangewezen als grote oorzaak. Helaas, veel veranderingen zijn de komende eeuwen al onomkeerbaar, vooral die in de oceaan en bij de ijskappen. En sowieso zal de temperatuur op aarde tot 2050 blijven stijgen, ook als het lukt de broeikasgassen sterk terug te dringen. De wereld staat aan de ‘rand van de afgrond’, aldus Antonio Guterres, de huidige secretaris-generaal van de VN die niet zomaar overdrijft. We kunnen het ons niet permitteren tijd te verliezen of een stap in de verkeerde richting – de afgrond ‒ te zetten.
Nemen we dat ook in de kerk wel ernstig genoeg, vragen velen zich af. Of reken we toch stiekem op een ingreep van boven, op God die het op het laatst nog even rechtzet, ook al weten we eigenlijk allang dat zoiets niet gaat gebeuren. ‘Het welzijn van onze planeet heeft zelden prioriteit gehad in het christelijk geloof’, schreef iemand onlangs in een column. ‘Het ging om liefde voor God en liefde voor de naaste, maar niet om liefde voor de aarde.’ Volgens de auteur zit er een merkwaardige, wereldvreemde ‘gerustheid’ in de kerk. Die is duidelijk herkenbaar in behoudende en evangelische kringen, maar sluimert in vrijwel iedere vorm van christelijk geloof – ook onder ons. Zo van: wees gerust, God laat de mensheid echt niet ten ondergaan. Dat risico zit ook in het nieuwe jaarthema: ‘Van U is de toekomst’. Daarmee lijkt de PKN te suggereren: het is niet aan ons, de toekomst is aan God en die gaat ons redden, met of zonder nieuwe aarde. Dat ons geloof niet zulke garanties geeft, dat ‒ wat wel genoemd wordt ‒ ‘het experiment mens’ ook kan mislukken, daar staan we veel te weinig bij stil. Want waarom kan God niet genoeg van ons krijgen, waarom kan God op aarde niet iets nieuws beginnen zonder ons? Zonder mensen ‒ de laatkomers op deze aarde ‒ is het miljoenen jaren best goed gegaan. Het wordt dus echt tijd dat homo sapiens z’n gezonde verstand gaat gebruiken.
Ook voor onze toekomst als kerk zijn er geen garanties. Alsof je kunt verkondigen: vertrouw maar op God, ook al sluiten er talloze gebouwen en zet de secularisatie gestaag door. Nee, er zijn genoeg plekken op aarde waar de kerk ooit bloeide maar nu niet meer bestaat. Dan werd ze eeuwen geleden bijvoorbeeld, zoals in Noord-Afrika, opgeslokt door de opkomende islam. Nee, ook voor onze toekomst als kerk kunnen we niet alles naïef afschuiven op God. Het gaat, zoals het Onzevader laat zien, altijd om dat samenspel van goddelijke inspiratie en menselijke inzet. Daarom is het mooi dat we vandaag weer een groep nieuwe mensen kunnen presenteren die ons kerkenwerk wil dragen en vormgeven. Mensen die zelf willen meewerken in het jeugdwerk, pastoraat en diaconaat, bestuur en beheer en tegelijk anderen kunnen activeren. Want zonder die inzet van haar leden kan een gemeente niet bestaan. En heeft ze geen toekomst. Ook voor zijn kerk heeft God mensen nodig.
Toch hangt de toekomst van de kerk ook weer niet zomaar van ons af. Het is dat besef dat troostrijk doorklinkt in het jaarthema: ‘Van U is de toekomst’. Er zijn krachten en machten waar we geen vat op hebben, uiteindelijk moeten we het ook hebben van ons vertrouwen en onze hoop. Vertrouwen op God en hoop op andere tijden ‒ ook dat. Zo merk ik als predikant af en toe dat de coronacrisis bij menigeen een herbezinning op gang heeft gebracht. Hebben ze hun geloof of spiritualiteit niet ten onrechte verwaarloosd, zijn ze niet teveel bezig als religieuze doe-het-zelvers en missen ze ondertussen de kerkelijke gemeenschap niet meer dan ze denken? Her en der zie ik tekenen of hoor ik geluiden die vertellen dat de kerk en onze christelijke traditie nog altijd veel te bieden hebben. Laten we dat vrijmoedig tonen en met elkaar uitdragen in onze omgeving.
Vandaag en komend jaar zullen we er met regelmaat op terugkomen: de toekomst van de wereld en de toekomst van de kerk ‒ ons jaarthema. En ondertussen blijven we met elkaar die oude woorden bidden, in welke versie dan ook: Heer, laat uw koninkrijk komen, Heer laat uw wil door ons gedaan worden. Amen
|