Preek van zondag 14 mei 2023
Preek van zondag 14 mei 2023
Eén van Geest
‘Vrouwen, erken het gezag van uw man’. Met zo’n openingszin maak je jezelf niet populair, zeker niet op moederdag. Maar je kon het al een beetje zien aankomen: in deze Petrusbrief komen ook de vrouwen een keer aan de beurt. Een hoofdstuk eerder ging het al over de erkenning van het gezag van de overheid en van de keizer als hoogste autoriteit. Opvallend, want de eerste christenen stonden niet te boek als volgzame burgers. Vervolgens werd saar aan tot slaaf gemaakte mensen gevraagd ontzag te tonen voor hun meesters. Terwijl iedereen toch gelijk was, in die eerste christelijke gemeenten? Zo lijkt onze schrijver terug te willen naar de traditionele, sterk hiërarchische verhoudingen van toen. Zoiets proef je ook als nu aan vrouwen wordt voorgehouden. ‘Erken het gezag van je man.’ Woorden die je ook bij Paulus kunt tegenkomen. Om die reden wordt Paulus vaak weggezet als een vrouwvijandige apostel. Dat is niet zomaar terecht, want hij werkt op zijn zendingsreizen regelmatig samen met vrouwen en is dan vol lof. Het zijn vaak zijn leerlingen die wat meer op de rem staan dan hun meester.
Ook de schrijver van deze Petrusbrief kon wel eens een leerling van Paulus zijn. Ook hij kan bijvoorbeeld onderstrepen: overwin het kwade door het goede. Dat is een bekende gedachte van Paulus, die hij prachtig uiteenzet in Romeinen 12. Trouwens, ook dat in onze ogen nogal klagerige gedoe over de haardracht en sieraden van vrouwen kennen we van Paulus. Dat vind je terug in een brief aan Korinte en die aan Timoteüs. Met opnieuw de kanttekening − in het geval van Timoteüs ‒ dat het waarschijnlijk weer een latere leerling was die deze brief schreef. Dat was destijds vrij normaal: je schreef onder de naam van een bekende, iemand als Petrus of Petrus, om je brief meer aandacht of gezag te geven. Zulke leerlingen zijn dan vaak minder genuanceerd dan hun meesters. Ze worden Roomser dan de paus, ze willen de beste leerling van de klas zijn.
Daarom is het goed een slag om de arm te houden bij verwijten aan iemand als Paulus. Want hij kan inderdaad dingen over vrouwen schrijven die wij nu als tijdgebonden en achterhaald beschouwen. Maar zoals gezegd: hij heeft tijdens zijn reizen in meerdere gemeenten nauw samengewerkt met vrouwen. Hij kan vol waardering over hen schrijven en laat hen hartelijk groeten in zijn brieven. We hebben er mooie namen aan overgehouden als Priscilla, Lydia en Phebe die nog altijd populair zijn. Als ik naar Friends keek, een geweldig leuke TV-serie, moest ik bij Phebe, op zijn Engels Feebee, regelmatig aan Paulus denken.
Zulke teksten, gemeente, waarin vrouwen tot onderdanigheid worden gemaand, blijven hoe dan ook lastig. Zeker voor wie meent dat het in zo’n tekst om algemene en absolute inzichten gaat die je ook vandaag de dag letterlijk moet nemen. Dat is echter een latere, fundamentalistische gedachte die ik u niet kan aanbevelen. U kent mijn motto: neem de Bijbel niet letterlijk maar neem hem serieus. Dat kom ik zowel bij de joodse bijbelkenner Pinchas Lapide tegen als bij een katholieke theoloog als Hans Kúng. Het is inderdaad belangrijk zo’n oude tekst serieus te nemen en zijn bedoelingen te onderzoeken, zonder die woorden blindelings bij te vallen. Nee, plaats woorden in hun context, verken de achtergronden en omstandigheden van toen. Ga er mee in gesprek en overweeg of er zinvolle dingen instaan die je geloof kunnen voeden. En zo niet, laat zo’n tekst dan rusten. Of als er echt dingen instaan die niet meer kunnen: neem er afstand van. Zo bewaar je als lezer een gezonde innerlijke vrijheid en wordt de Bijbel geen papieren paus die over je geweten regeert.
Bij dat serieus nemen van de Bijbel hoort de vraag: wat is het probleem waar deze schrijver mee te maken heeft? Kortweg kun je zeggen: hij loopt op tegen het revolutionaire gehalte van het christendom. In het evangelie zit namelijk iets opstandigs. Want ten diepste luidt de boodschap: niemand is baas over ons behalve Christus. Hij alleen is onze Heer, hem alleen hebben wij te volgen. Dat is geen vrijblijvend verhaal, integendeel, dat zet van alles op z’n kop. Want eigenlijk hoeven christenen zich niets aan te trekken van zo’n machtswellustige keizer uit Rome. Eigenlijk hebben tot slaaf gemaakte mensen, omdat ze kind van God zijn, geen boodschap aan hun eigenaar. En eigenlijk hebben mannen niets over hun vrouwen te zeggen. Dat heeft verstrekkende gevolgen, zowel in de samenleving als thuis in de gezinnen. Maar hoe moet dat in de praktijk? Want dat radicale, opstandige imago van christenen kan hen ook ernstig schaden. Voor je het weet staan ze bekend als een stelletje onruststokers. Wil het niet tot brokken leiden, dan vraagt de praktijk om de nodige nuance en tact. Anders leidt het tot grote problemen, beseffen briefschrijvers als Paulus, Petrus en hun latere leerlingen. Dan keert de boodschap van het evangelie zich tegen ons. Vandaar de oproep om bestaande gezagsverhoudingen, die eigenlijk niet meer gelden, toch niet te ondermijnen.
Dat paradoxale zit ook in het fragment van vanochtend. Het gaat hier niet om een principe, alsof de vrouw niet vrij is of gelijk aan haar man. Nee, als ze inderdaad het gezag van haar man erkent, is dat een tactische manoeuvre met een bepaalde bedoeling. Want het gaat om mannen, zo lezen we, die anders dan hun vrouw nog niet tot geloof gekomen zijn. Dat zal veranderen, hoopt de schrijver, als die vrouw zich voorbeeldig gedraagt en laat zien hoe zuiver ze leeft in verbondenheid met God. Haar volgzaamheid is hier een vorm van geloofsreclame. En dat is geen moderne STER-reclame vol uiterlijke dingen als mooie haardracht, sieraden of kleding, aldus de schrijver, maar dat zit in haar innerlijke schoonheid, in wat hij noemt een zacht en stil gemoed. Daar kan toch geen man tegenop, dat sieraad van de vrouw moet hem wel overtuigen van de schoonheid en rijkdom van het evangelie.
Ja, gemeente, wat moet je daarmee? Ik vermoed dat wij zo onze twijfels hebben bij deze marketing, deze reclamestrategie uit de eerste eeuw na Christus. Sterker, ik denk dat we die vandaag de dag van de hand wijzen. Het is zeker waar dat we met een eigen ingetogen en spirituele levensstijl bij anderen belangstelling voor ons geloof kunnen wekken. Maar je kunt niet eenzijdig van vrouwen verwachten dat ze om die reden hun man onderdanig worden, zeg maar om hem te paaien en mee te krijgen. Dat gaat er vandaag de dag bij ons niet meer in.
Overtuigender is de schrijver, als hij benadrukt dat het over en weer zo hoort te gaan. Op hun beurt dienen mannen hun vrouw te respecteren, hoorden we eveneens, en verstandig met hen om te gaan. Het gaat dus om een wederzijds gebeuren. Al is de motivatie niet zo overtuigend: mannen moeten dat doen omdat hun vrouwen kwetsbaar zijn. Letterlijk staat er: als broos vaatwerk. Na twee of drie feministische golven in de afgelopen eeuw scoor je daar niet mee in onze westerse samenleving. Deze schrijver zit nog helemaal in het klassieke rolpatroon, in wat we tegenwoordig genderrollen noemen, de rollen die de maatschappij vanouds aan mannen en vrouwen toekent. Vrouwen zijn daarin klein, zwak, hulpeloos en afhankelijk, kwam ik deze week nog tegen in een krantencolumn. En dan zie je diezelfde avond in het sportjournaal een jonge vrouw van 20 jaar, Joanne van Lieshout, die op haar eerste WK-judo meteen een bronzen medaille wint. Alsof ze niet alleen haar tegenstanders maar ook alle vooroordelen over vrouwen heeft gevloerd.
Toch kun je ook iets positiefs horen in de oproep van onze briefschrijver. Want op enkele judoka’s en kickboksers na, zijn vrouwen door de band genomen minder sterk dan mannen. En dan is deze oproep aan mannen een belangrijke waarschuwing tegen huiselijk geweld. Tegen het met fysieke kracht afdwingen van je wil, je wellust of je eigen gelijk. En dan weet ik wel dat vrouwen op hun beurt weer andere middelen hebben om hun zin door te drijven. En dat het, als het om lichamelijk of geestelijk geweld gaat, in same-sex relaties ongetwijfeld nog weer anders ligt dan in man-vrouw verhoudingen. Maar onderling geweld, in welke vorm dan ook, is een ernstige zaak waar steevast ook kinderen de dupe van worden. En dan is de waarschuwing in deze Petrusbrief weer uiterst actueel: heb over en weer respect voor elkaar, houd rekening met de kwetsbaarheid van de ander en leef met elkaar mee. Trouwens, destijds was het in de wereld van de oudheid heel bijzonder dat mannen hier nadrukkelijk op werden aangesproken. Dat was niet gebruikelijk, zij hadden vaak vrij spel. Ja, daarin was het christendom echt vernieuwend in die harde Romeinse wereld.
Zo zijn er − wat je kunt noemen − verzachtende omstandigheden voor de bijbelse uitspraken over vrouwen. Ze horen enerzijds bij de patriarchale, door mannen gedomineerde cultuur van toen, maar zijn anderzijds voor die tijd ook best humaan. Dat ga je ontdekken door ze niet absoluut te nemen maar in hun context te plaatsen. En dan kan een schrijver in onze ogen best eens uit de bocht vliegen, met zijn gemoraliseer over kleding en haardracht, of met zijn opmerking over het zwakke geslacht. Maar op een niveau dieper gaat het over een nieuwe levensstijl, waarin mensen eensgezind als broeders en zusters samenleven. Daarop spreekt de schrijver zowel mannen als vrouwen aan: wees barmhartig, vergeld geen kwaad met kwaad, wees elkaar tot zegen. Dat is de nieuwe menselijkheid in Christus, die hij onderstreept met een citaat uit Psalm 34: wie het leven liefheeft, streeft voortdurend naar vrede. Die – daar heb je Paulus weer ‒ gaat het kwade uit de weg en zet zich volledig in voor het goede. Dat is de nieuwe levensstijl van het evangelie: een zoektocht naar vrede, waarheid, gerechtigheid, een diep verlangen naar verbondenheid en eenheid.
Over dat laatste woord – eenheid – gaat het ook in Johannes 17. ‘Laat hen allen één zijn’, bidt Jezus voor zijn volgelingen. Alsof Hij de latere versplintering van de kerk al voorzag. Laat hen één van Geest zijn, één in de liefde, bidt Jezus tot de Vader – zoals wij dat zijn. Op Pinksteren, over twee weken, hopen we bewust aan die eenheid te werken. Eerst in de katholieke kerk, daarna op de Markt. U hebt er al iets over kunnen lezen. Landelijk is er trouwens ook het nodige gaande. Eerst, in 2004, vormden hervormden, gereformeerden en lutheranen een nieuwe eenheid van protestanten binnen de PKN. En onlangs hebben vrijgemaakten en Nederlands gereformeerden hun scheuring van eind jaren zestig ongedaan gemaakt. Dat zijn hoopvolle ontwikkelingen waar misschien nog wel meer achter wegkomt.
Maar het gaat ook om eenheid binnen de eigen gemeenschap, weet iemand als Paulus al te goed. Als daar de liefde ontbreekt, komt die eenheid onder druk te staan. Paulus formuleert in dit verband een prachtige richtlijn: acht de ander belangrijker dan jezelf. In de kerk doen we niet aan zoiets als geldingsdrang of eigenwaan, geeft hij de gemeente van Filippi mee. Dat blijft actueel en geldt vandaag de dag ook voor ons. Financiële mensen kunnen roepen: zonder ons valt de basis weg onder het kerkenwerk. De diaconie kan roepen: zonder ons verdwijnt de wereld uit zicht. Het jeugdwerk kan roepen: zonder ons heeft de kerk geen toekomt. Het Pastoraal Team kan roepen: wij zijn het cement van de gemeente. BovenWijks kan roepen: als we niet samen leren, bouwen we op zand. De redactie van een kerkblad of nieuwsbrief kan roepen: zonder goede communicatie drijven we rond als losse eilandjes in de oceaan. En in de oecumene kun je horen: in ons eentje gaan we allemaal ten onder. Het mooie is dat het allemaal waar is, en dat al deze dingen, mensen en groepen nodig zijn. Maar tegelijk is het de kunst zonder iets te claimen steeds de ander belangrijker te achten dan jezelf. Dat is bescheidenheid en onderlinge liefde in de praktijk, aldus Paulus, dat vormt de basis voor ware eenheid in de gemeente.
Het zit ook in deze eerste Petrusbrief, als we meekrijgen: heb elkaar lief, behandel elkaar met respect en wees elkaar tot zegen. Dan vorm je een eenheid die tegen een stootje kan. Dan ben je samen, los van man/vrouw of hoog /laag, de beste reclame voor het evangelie. Amen.
|