Preek van zondag 9 januari 2022 Preek van zondag 9 januari 2022
Johannes en Jezus
Als ik u zou vragen door wie Jezus gedoopt is, zullen de meesten al snel met de naam van Johannes komen. En dat is dan niet de schrijver van het vierde evangelie, maar dan hebben we het over Johannes de Doper. Toch is de Bijbel op dit punt minder eenduidig dan je denkt. Bij Marcus, de oudste van de vier evangeliën, is het klip en klaar: Jezus komt naar de Jordaan en wordt daar door Johannes gedoopt. Dat gebeuren zal Matteüs bevestigen, maar hij voegt er nog wel iets aan toe. Bij hem sputtert Johannes eerst nog tegen: niet Jezus zou door hem, maar hij zou door Jezus gedoopt moeten worden. Maar in dat protest gaat Jezus niet in mee. Zijn weg van gerechtigheid begint bij deze doop in de Jordaan die Johannes aan hem voltrekt.

De andere twee evangelisten zijn minder stellig. In het vierde evangelie, dat van die andere Johannes, wordt er wel gezinspeeld op Jezus’ doop maar wordt die niet expliciet genoemd. Waarschijnlijk omdat deze evangelist dat niet bij Jezus vindt passen. Hij is toch geen zondig mens die een doop tot bekering, want daar gaat het om, zou moeten ondergaan? Voor het vierde evangelie, met haar heel eigen denkwereld,  is Jezus vooral een hemelse figuur die, als Hij tijdelijk hier op aarde neerdaalt, geen doop nodig heeft. Die is voor anderen. Lucas echter, lazen we vandaag, gaat daar niet in mee. Hij vertelt dat Jezus inderdaad wordt gedoopt in de Jordaan, als mensen onder de mensen.. Maar door wie, vraag je je af?

Ja, door wie? Even daarvoor, horen we, is Johannes gevangen gezet door de tetrarch Herodes. Als dit inderdaad historisch de juiste volgorde is, dan zat deze Doper al achter slot en grendel toen Jezus naar de Jordaan kwam. En dan is de suggestie dat Jezus hier zichzelf gedoopt heeft. Dat Hij zelf is afgedaald in de Jordaan, zichzelf onderdompelt en meteen daarna – zoals Lucas vertelt – op de oever van de rivier in gebed gaat. Daar krijgt Jezus het visioen dat de hemel opengaat, dan ziet Hij de heilige Geest als een duif op hem neerdalen en hoort Hij die stem uit de hemel die hem aanspreekt: Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind Ik – de Eeuwige ‒ vreugde.

Misschien vindt u het spijkers op laag water zoeken, gemeente. Toch kan het boeiend zijn wat uitgebreider stil te staan bij die relatie tussen Johannes en Jezus. Je kunt je voorstellen dat een evangelist als Lucas die twee duidelijk van elkaar wil onderscheiden. Ze zijn verwant, vertelt hij in hun geboorteverhaal, als de moeders Elisabeth en Maria elkaar ontmoeten. Toch verschillen ze ook op wezenlijke punten. Zo is Johannes wel erg nadrukkelijk bezig met het komende oordeel van God, als – in zijn woorden ‒ het kaf wordt gescheiden van het koren en in het vuur wordt verbrand. Goed, je kunt zulke scherpe uitspraken ook bij Jezus tegenkomen, zeker als Hij zijn tegenstanders stevig aanspreekt op hun houding of gedrag.

Veel vaker echter slaat Jezus een heel andere toon aan. Dan heeft Hij volop oog voor onze menselijke kwetsbaarheid en zwakheden. Hij breekt, zoals prachtig verwoord is door Jesaja, het geknakte riet niet af en zal de kwijnende vlam niet doven. Jezus leeft en lijdt mee met wie moeite heeft staande te blijven en met wie worstelt met het leven, met de trauma’s en de pijn. Ook mensen die als zondaars bekend staan schrijft Hij niet zomaar af. Keer op keer worden ze uitgenodigd hun leven te veranderen en een nieuwe weg in te slaan. Bij Jezus – kun je zeggen ‒ is het altijd maatwerk. De één krijgt een draai om de oren of een por in de rug, de ander een genadig woord of een troostrijk gebaar.

Misschien is Lucas bij het schrijven ook wel een tacticus. Want hoe zullen zijn lezers het vinden dat Jezus ooit door Johannes gedoopt werd? Is het niet verstandig dat een beetje in het vage te laten? Zo’n radicale joodse profeet met z’n revolutionaire taal die ooit door de vorst Herodes is onthoofd, zou dat niet negatief afstralen op Jezus? Dat kennen we vandaag ook. Sta niet met de verkeerde persoon op de foto, dat kan je carrière breken. Een beetje afstand kan geen kwaad, een Jezus die teveel op Johannes lijkt kan argwaan wekken bij de machthebbers van toen. Is Hij ook staatgevaarlijk? Dat zou de gestaag groeiende christelijke beweging in de wielen kunnen rijden. De kerk in wording die het in de tijd dat Lucas zijn evangelie schreef toch al niet zo makkelijk had.

Nee, dan kan een beetje tactiek in de weergave van Lucas geen kwaad. Iemand als Johannes de Doper kent dat niet, die zit heel anders in elkaar. Deze radicale profeet was alles behalve een tacticus. Hij deinst er niet voor terug een machthebber als Herodes Antipas op de korrel te nemen. Die Antipas is één van de zonen van Herodes de Grote en heeft – zo weet iedereen ‒ zijn eigen vrouw ingeruild voor zijn schoonzus, de vrouw van zijn halfbroer Philippus. Daarover was in die tijd veel te doen en Johannes stelt dat aan de kaak. Samen met al zijn andere wandaden, vertelt Lucas erbij. Deze Herodes junior deed blijkbaar weinig onder voor zijn beruchte vader die nogal wat psychopathische trekken had. Maar dat kan Johannes niet afschrikken.

Profetische mensen, ik kan ze bewonderen maar heb soms ook mijn vraagtekens. Neem iemand als Navalny, die in Rusland de corruptie en zelfverrijking van Poetin en de zijnen aankaart. Hij is zelf misschien niet brandschoon, maar de wijze waarop hij dit doet vind ik bijzonder moedig. Navalny betaalt ervoor met zijn vrijheid (nu weer een strafkamp), met zijn gezondheid (een poging tot vergiftiging) en op den duur misschien wel met zijn leven. Wat een offers voor meer gerechtigheid. Toch kan ik ook de mensen begrijpen die minder moedig zijn en niet zover gaan. Mensen die in de oorlog niet in het verzet gaan. Bijvoorbeeld omdat ze een lieve partner hebben, een oude vader of moeder, of een kind dat hen gewoon niet kan missen.

Ook kan ik me bij een lezing als die van vandaag afvragen: wat heeft Johannes nu bereikt met zijn kritiek op Herodes? Was dat de prijs van zijn leven waard, was er geen andere manier om deze vorst aan te pakken? Ook op tactische wijze kun je kritisch zijn. Deze week zag ik op TV hoe één moedige Republikein in Amerika, Liz Cheney, meedoet in de commissie die onderzoek doet naar de rol van Trump bij de bestorming van het Capitool. Wat haar eigen mensen niet willen horen, kan ze wel kwijt in die commissie. Zo houdt ze op een slimme, tactische wijze haar verblinde partijgenoten de spiegel voor. En draagt ze uit dat Trump zich gewoon ernstig heeft misdragen.

Vrij tactloos de profeet willen uithangen kan tot grote brokken leiden, ook in de dagelijkse omgang met elkaar. Dat kun je leren van Beatrijs, die wekelijks in dagblad Trouw schrijft. In haar rubriek krijgt ze allerlei vragen voorgelegd, vaak van mensen die anderen graag eens op profetische wijze de waarheid willen vertellen. Hun zoon moet stoppen met zijn irritante of verspillende gedrag, hun schoondochter moet de kinderen beter opvoeden, hun vrienden mogen niet zoveel vliegkilometers maken, hun buren kunnen zich wel wat minder asociaal gedragen. Ergens staan ze te popelen om die ander eens lekker de volle laag te geven, lees je tussen de regels door. Maar Beatrijs laat vaak zien dat je daar meestal weinig mee bereikt, ja eerder het omgekeerde. Er gaat van alles stuk als je de profeet uithangt en niet bereid bent tactisch te opereren. Dat is dus geen vies woord, tactisch zijn getuigt van een zeker respect voor de ander. En het relativeert je eigen visie, want wie zegt dat jij het bij het rechte eind hebt en zelf niet belangrijke dingen over het hoofd ziet.

Stel, dacht ik bij onze lezing ‒ zonder dat ik denk dat het klopt, maar stel nu eens ‒ dat die Herodes Antipas een huwelijk van niks had. Dat hij vanaf de trouwdag al op de logeerkamer moest slapen en steevast door zijn vrouw in het openbaar werd gekleineerd. En stel dat voor Herodias, de vrouw van zijn halfbroer, iets dergelijks gold. Maar toen, zomaar, hebben die twee bij elkaar troost gevonden die uitmondde in liefde. Nogmaals, ik geloof niet in die versie, maar stel dat zoiets hier wel op de achtergrond speelt: hoeveel recht van spreken had Johannes dan? Leert Jezus ons niet om voorzichtig te zijn met onze oordelen? Want je kunt je ook lelijk vergissen, in een ander, en net zo goed in jezelf.
Oordeel niet, kan Jezus zeggen, opdat je niet zelf geoordeeld wordt.

Ook zelfreflectie, gemeente, is een profetische houding. In hoeverre zijn we daartoe bereid? Want hoe ziet je eigen leven eruit? In hoeverre ben je, om het bijbels te zeggen, een mens van vrede, een mens naar Gods hart? In hoeverre ben je zelf zo’n mens in wie God vreugde vindt, om het met Lucas 3 te zeggen. Want die woorden krijgt Jezus van godswege te horen bij zijn doop: jij bent mijn zoon, de mens in wie Ik vreugde vind. Zou God ook plezier beleven aan ons, wij die net als Jezus gedoopt zijn en hem willen volgen? Of is dat leven van ons niet zo vreugdevol maar hangt het van irritaties, halfslachtigheid en onverschilligheid aan elkaar? Lijken we af en toe zelf op die boze burgers die niet alleen in Amerika maar ook in eigen land uitzijn op verdeeldheid in plaats van eenheid? Zijn we vaak iets te overtuigd van ons eigen gelijk en dan te achterdochtig naar de ander? Zijn we misschien druk met van alles en nog wat maar niet met wat echt belangrijk en waardevol is? Lijken we dan meer op kaf dat met alle winden meewaait dan op koren dat werkelijk tot bloei komt? Over zulke dingen gaat het bij een gezonde zelfreflectie.

Zulke volop profetische vragen legt het evangelie ons voor. Johannes geeft een goede aanzet en Jezus trekt de lijnen door. Maar wel op zijn heel eigen manier. Want Johannes doopt met water, maar Jezus doopt met de heilige Geest. Hij wil een heilig vuur in ons ontsteken, een vreugdevuur waar God volop plezier in heeft. Amen

 
terug