Preek van Paaszondag 12 april 2020 Preek van Paaszondag 12 april 2020
Een bevrijde wereld

Een van de eerste dingen die we moesten afgelasten vanwege de corona, was de avond over de Tien Woorden, de Tien Geboden die hier op de koorwand van onze kerk staan geschreven. Collega Louis Wüllschleger deed onderzoek naar de tekst ‒ de gebruikte vertaling ‒ van die wandschildering en heeft beloofd, ook al gaat hij over een week met emeritaat, om daarvoor terug te komen naar deze kerk. Zelf hoop ik dan natuurlijk de quiz te kunnen houden die klaar stond ter verluchtiging van deze avond, met tien strikvragen. En ook hopen we natuurlijk dat de beoogde muzikanten weer mee kunnen doen.

Van die Tien Geboden is de openingszin misschien wel de belangrijkste. Daar staat nu, in de  Nieuwe Bijbel Vertaling: Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij heeft bevrijd. God die niet onze bedreiger maar onze bevrijder is, daar openen de Tien Woorden mee. Daarmee is de toon gezet. Het gaat niet om strenge wetten en regels van een ontstemde God, bedoeld om mensen kort te houden, klein te maken of klem te zetten. Integendeel, deze oude woorden willen ruimte scheppen en vrijheid schenken. Ze waarschuwen voor vreemde goden bij wie een mensenleven niet in tel is, ja die zelfs kinderoffers kunnen vragen. Of ze behoeden je voor beelden of andere voorstellingen die mensen blind of bang maken voor God. Dat kan nooit de bedoeling zijn, dat lever je de ene slavernij in voor de andere. Dan wordt het leven weer even duister als in Egypte, het land van de knoet en de angst.

Het is goed op het paasfeest van de kerk ook dit joodse Paasverhaal uit Exodus mee te nemen, over de bevrijding uit het angstland Egypte. Daar begint het mee, kun je zeggen. Op Witte Donderdag stonden we erbij stil dat Jezus, de dag voor zijn sterven, het Pascha viert met zijn vrienden en zo deze exodus uit Egypte gedenkt. Dat verhaal laat ons zien dat bevrijding een lange weg is. De farao is hardnekkig en wispelturig, er moeten tien plagen aan te pas komen om zijn verzet te breken. Op die manier moeten Mozes en zijn volk dan ook karakter en volharding tonen. Zoals dat voor ons geldt in deze tijd van corona. Dit virus heeft iets van die hardnekkige farao, het zal wispelturig zijn en niet zomaar buigen. Het laat zich ook niet zomaar verdrijven door een wonder, een tovermiddel als chloroquine waar sommigen hun heil bij zoeken. Nee, het vraagt van ons een lange adem, we zullen ons verzet langdurig moeten volhouden. Een lange weg waarop het zaak is alert en aandachtig te zijn, en de hoop niet te verliezen.

Wat Exodus ook laat zien: Pasen gaat niet alleen om ons persoonlijke voortbestaan, om de vraag of er een leven na de dood is. Dat is niet onbelangrijk, die verwachting hoort wezenlijk bij het evangelie. Maar daar laat Pasen zich niet toe beperken. Het gaat ook, laat Exodus zien, over ons samenleven, over maatschappelijke bevrijding. Wat God voor ogen staat, is een wereld zonder slavernij, zonder vernedering en angst voor elkaar. Het gaat in de Bijbel niet alleen om leven ná de dood, maar om te beginnen om rechtvaardig en menswaardig bestaan vóór de dood! Gods woord schetst ons een bevrijde wereld. Daarin zal de angst verdwijnen. Angst voor zo’n virus dat ons ziek maakt en sterk bij onze kwetsbaarheid en vergankelijkheid bepaalt. Maar meer dat zal ook de angst voor elkaar verdwijnen: de ander die je overheerst of manipuleert, die jou geen ruimte gunt of zelfs naar het leven staat. Gods woord, zegt Huub Oosterhuis in een van zijn liederen, opgenomen in ons liedboek, ‘neemt ons geduldig bij de hand en voert ons uit angstland weg naar vrijheid’. Ook dat is Pasen: de weg van angstland naar vrijheid. De belofte van een verloste wereld.

Laten we daarbij als ook naar onszelf kijken. Toevallig las ik onlangs een aantal verhalen ‒ een roman, een interview, een boekrecensie ‒ waarin de kerk er niet goed afkwam. Ze is vaak een plek geweest waar angst en dwang welig tierden, een klein Egypte. Mensen werden bang gemaakt voor God en voelden zich in een keurslijf geperst. ‘Ik was meer marionet dan mens’, las ik in een van die verhalen. Meer marionet dan mens ‒ het kan lang duren je uit zo’n positie te bevrijden. Ook als kerk zijn we nog altijd bezig met die uittocht uit Egypte, van angstland naar vrijheid. En dan gaat het niet om een onbeperkte vrijheid, van leef er maar op los, maar om vrijheid in liefdevolle verbondenheid – met God en elkaar. Liefdevolle verbondenheid, zoals we die ook in deze moeilijke tijd proberen vorm te geven. En waar de kerk vandaag de dag juist zo om geprezen wordt, zo kun je overal lezen. Zelfs vanuit het koningshuis en de regering. Daar ligt haar toekomst: liefdevolle verbondenheid zonder macht, dwang of angst. ‘Wees niet bang’, zijn de eerste woorden van Christus na de opstanding.

Het is Pasen, maar we leven in een gebroken wereld. Dat beseffen we meer dan ooit. Ziekte, zonde, dood en verderf, het is alom aanwezig. Maar ook kan deze wereld al een goddelijke volheid ervaren. Daar gaat het om in die grote bijbelse woorden als verlossing en bevrijding. Midden in dit gebroken bestaan kunnen we de volheid ervaren van een goddelijke nabijheid, van menselijke goedheid ook, van liefde en trouw die ons omringen, dragen en troosten. Die ervaring kan ons optillen boven de zorgen van alledag. En die volheid zal ongebroken, zonder beperkingen zijn voorbij onze dood. Dat is de belofte van Pasen, de belofte die ons in Christus gedaan wordt. Hij die zijn levenlang al volop deelde in de nabijheid van God, Hij kreeg dat door de dood heen bevestigd. God laat zijn mensen niet los. Ziekte. angst en dood krijgen niet het laatste woord. Wat ons uiteindelijk wacht, is de volheid van Gods goedheid en genade. ‘God alles in allen’, kan Paulus kort en krachtig zeggen. Dat is het perspectief voor deze wereld én voor ons allen. Dat is de vrijheid en vrede die we met Christus mogen delen. God alles in allen. Amen


 
terug