Preek Kerstmorgen. 25 dec. 2020 Preek Kerstmorgen. 25 dec. 2020
Goed Nieuws
‘Ik breng jullie goed nieuws’. Die woorden van de engel vormen het thema van deze morgen. Goed nieuws dat de grote vrees van de herders verandert in grote vreugde. Want dat zal dit goede nieuws te weeg brengen, belooft de engel. Het zal eerst de herders en vervolgens het hele volk met grote vreugde vervullen. En uiteindelijk mag heel de wereld daarin delen, zo gaat Lucas in zijn evangelie vertellen en vervolgens ook in zijn tweede boek, Handelingen van de apostelen. Want uiteindelijk komt dit grote nieuws over Christus, de Heer, helemaal in Rome terecht komt. De stad waar keizer Augustus eerder heeft bevolen dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Op die manier is bij Lucas de cirkel weer rond!
Goed nieuws, dat is de letterlijke vertaling van ‘evangelie’.  Nu houd ik niet zo van Griekse woorden in een preek, maar voor vandaag maak ik een uitzondering. Want het heeft ook weer met die engel te maken. In ‘evangelie’ horen we namelijk het woord ‘angelos’ – eu angelos wordt evangelie ‒ en dat zal menigeen herkennen. Want een angelos is inderdaad een engel, het Amerikaanse Los Angeles is de stad van de engelen. Letterlijk is een engel dus een nieuwsbrenger, een boodschapper uit de hemel. En dat het om goed nieuws gaat, dat  vertelt het woordje ‘eu’ dat er voorstaat. We kennen het bijvoorbeeld van euforie. Wie in een opperbeste stemming verkeert, noemen we wel euforisch. Samengevoegd betekent evangelie, eu-angelion, dus goede boodschap of goed nieuws.
Het Nieuwe Testament kent vier van die goed nieuws berichten. Vandaag lazen we dat in de versie van Lucas. En zoiets kunnen we goed gebruiken in deze tijd. Want heel wat mensen – de krant staat er vol mee ‒ kregen minder mooie berichten over hun gezondheid of hadden op het werk een slecht nieuws gesprek. Over hun bedrijf dat op omvallen staat of hun baan dat op de tocht is komen te staan. En toen het helemaal de foute kant opging, kwam premier Rutte vanuit het torentje met zo’n slecht nieuws bericht voor heel de samenleving. Laatste nog over de lockdown waar we deze Kerst allemaal mee te maken hebben. De forse beperkingen waar we als kerk ook opnieuw onze weg in moeten zoeken. Dan is het mooi om deze ochtend weer dat goede nieuws te horen. Een boodschap van licht, van liefde en leven. Wees blij, verkondigt de engel, want de redder is geboren. De messias, de Heer, Hij die ons komt redden en bevrijden.
Dat zit ook in zijn naam, Jezus, al zal Hij die zo niet vaak gehoord hebben. Want ook Jezus is weer Grieks, terwijl in zijn omgeving Hebreeuws of eigenlijk Aramees werd gesproken. Dat was ook de taal die Jezus zelf sprak, en daarin klinkt zijn naam als Joshua of Jehosjua. Afgeleid van Jozua, de grote leider die Mozes opvolgt en het volk Israël binnenleidt in het beloofde land. Als een nieuwe Jozua leidt Jezus ons dan binnen in het koninkrijk van God, het rijk van de liefde. Dat koninkrijk van vrede, kun je zeggen, is volgens het evangelie het nieuwe beloofde land.
Jozua betekent: God schenkt redding, God brengt bevrijding. Als Jezus die naam krijgt, roept dat grote verwachtingen op. Want in welke zin is Hij dan onze redder, waar komt Hij mensen van bevrijden? Hij was er niet op uit met geweld de gehate Romeinen het land uit te gooien. Al duikt dat misverstand wel regelmatig op in zijn omgeving ‒ preekt Hij revolutie? Maar Jezus is niet zo gewelddadig als Jozua bij de intocht.
In het Nieuwe Testament klinken andere geluiden. Jezus redt ons van de dood, is de boodschap die je met name bij Johannes, in het vierde evangelie tegenkomt. Hij schenkt ons eeuwigheidsleven, dat is een nieuw bestaan waarin de liefde alles overwint, zelfs de dood. Die lijn van Johannes zie je vooral terug in het Oosterse christendom, zoals je dat richting Rusland en de Balkan vindt.
In het Westen ligt het accent vaak anders: Jezus redt ons vooral van zonde en schuld, en zo van de straf of toorn van God, werd hier de centrale boodschap. Daarin klonk het gedachtegoed van Paulus door, tenminste, zoals men hem vaak gelezen heeft. Want lange tijd lag de nadruk vrij eenzijdig op zijn zwaarmoedige passages. Dat had tot gevolg dat er een vrij negatief mensbeeld ontstond waarin er nog maar weinig van ons deugde. Meer vrees dan vreugde. Een erfenis waar de kerk vandaag de dag op afgerekend wordt. Het zou te veel over zonde en schuld gaan en te weinig over de vrolijkheid van het evangelie. De engel verkondigde de herders toch het goede nieuws over een redder die iedereen grote vreugde brengt?
De vraag is niet zo eenvoudig: hoe is dit kind van Kerst onze redder? In deze tijd wordt vaak als probleem onze vervreemding benadrukt, de verstoorde verhoudingen waarin mensen leven. Staan we nog in contact met God als het geheim van deze wereld en als bron van alle liefde? Zijn we niet zoveel met onszelf bezig dat we de ander, met name de ander die ons vreemd is, steeds minder zien staan en geen plek in ons leven kunnen geven? En verliezen we niet het contact met de aarde die ons draagt en voedt, hebben we niet door hoe we als mens verbonden zijn met onze natuurlijke omgeving en met al wat leeft? Op al die terreinen heb je te maken met verstoorde verhoudingen en met mensen die niet alleen van elkaar maar ook van zichzelf vervreemd raken. Juist daar hebben we redding nodig van iemand als Jezus, die ons vrede leert en verzoening brengt. Die wat gebroken is weer helpt te herstellen. Redden in de zin van heel maken, zoals dat doorklinkt in die wat ouderwetse naam Heiland. Jezus redt ons als Hij ons gebroken bestaan en onze dolende ziel komt helen.
Maar misschien moet je het niet eens en voor al willen vastleggen. Er zijn vele antwoorden. Jezus kan ons redden van onze innerlijke eenzaamheid of onze zelfvertwijfeling. Of van onze prestatiedrang en hang naar perfectionisme, door ons te leren leven uit genade. Misschien kun je dus beter zeggen: elke tijd heeft z’n eigen zorgen en z’n eigen redding nodig. En het rijke van de persoon van Christus is nu juist, dat we in hem telkens weer nieuwe dingen ontdekken. Dat is de ervaring van 2000 jaar christendom. Elke tijd bewijst Jezus opnieuw zijn waarde en brengt hij ons goed nieuws.  Dat gebeurt als we onze ervaringen spiegelen aan hem, als we met onze zorgen en vragen in gesprek gaan met het evangelie. Zo kun je ook persoonlijk jezelf de vraag stellen: op welk punt heeft mijn leven iets van redding of bevrijding nodig? Wat staat mij in de weg om volop mens te zijn, liefdevol verbonden met God, met de ander, met mezelf ook en met al wat leeft. Rond zulke vragen heeft Jezus zich telkens opnieuw bewezen als een betrouwbare gids en brenger van goed nieuws, eeuw in eeuw uit.
Er zijn niet zomaar pasklare antwoorden. En die heeft de kerk ook niet in huis. Nee, die pretentie heeft haar dikwijls opgebroken. Wel leven we in de kerk vanuit het diepe besef dat de band met Jezus, en in hem de band met God, iets heilzaams, iets reddends en bevrijdends heeft. We ervaren altijd weer iets liefdevols, bemoedigends  en hoopgevends als we ons bestaan spiegelen aan hem. Dat is het goede nieuws dat we als kerk blijven verkondigen. Net als die engel deed in de velden van Bethlehem. Die bracht de herders het goede nieuws van een redder. Met als gevolg dat hun grote schrik verdween en daar grote vreugde voor terugkwam. Amen.

 
terug