Preek van Hemelvaartsdag, donderdag 18 mei 2023 Preek van Hemelvaartsdag, donderdag 18 mei 2023
Hemelvaart en hellegang
 

Hemelvaartsdag is wat mij betreft een wonderlijke feestdag. Met een verhaal dat bij mij vooral veel vragen oproept. Niet alleen bij de luchtreis die Jezus gemaakt zou hebben, ook bij de voorafgaande periode. Want wat heeft Jezus gedaan in die veertig dagen tussen zijn opstanding en hemelvaart? Als Hij nog niet bij God was, waar verbleef Hij dan? Zat Hij ergens in de woestijn of in een spelonk, zweefde Hij tussen hemel en aarde? Dat soort plastische vragen komen bij je op als je het schema, het tijdpad van Lucas volgt. Een tijdpad dat de andere evangelisten zo niet kennen. Want alleen Lucas trekt het Paasgebeuren zo sterk uit elkaar: met eerst de opstanding van Christus, dan veertig dagen later zijn Hemelvaart, en weer tien dagen later op Pinksteren de uitstorting van de heilige Geest. In het vierde evangelie, dat van Johannes, is dit alles één geheel. Bij hem vallen Pasen en Pinksteren echt op één dag. Johannes vertelt dat Jezus al op de avond van Pasen bij zijn leerlingen komt. Dan groet Hij hen met vrede en zendt Hij hen uit, de wereld in. En meteen daarop blaast Jezus over hen, met de boodschap: ontvang de heilige Geest. Bij Johannes speelt Hemelvaart geen aparte rol en is Pinksteren ook geen apart feest. Voor Johannes is dit alles één groot Paasgebeuren.

Lucas trekt het sterk uiteen. Hij is de pedagoog die zijn lezers stap voor stap bij de hand neemt om uit te leggen wat er zoal met Jezus gebeurt. Ook Matteüs kent een hemelvaart, net als Marcus in zijn aangevulde versie, het slot van hoofdstuk 16. Maar Lucas is toch vooral de man van het schema en de plaatjes geworden waar wij 2000 jaar later nogal eens tegenaan hikken. Want wat kun je nu nog met zo’n Hemelvaart, waarbij Jezus na veertig dagen opeens in of achter een wolk verdwijnt? Ja, in het wereldbeeld van toen was de hemel dichtbij, op bereisbare afstand boven ons. Zo daalden engelen regelmatig af om vervolgens weer op te stijgen. Maar de moderne kosmologie houdt ons voor dat het heelal oneindig groot is en daagt ons uit opnieuw na te denken over God en wereld, boven en beneden, hemel en hel, tijd en eeuwigheid. En dan zou je het pedagogische plaatje van Lucas graag inruilen voor het compacte spreken van Johannes.

Het is dan ook onwerkelijk dat zo’n tien jaar geleden in een theologisch boek naast Hemelvaart ook gepleit werd voor – schrik niet – de viering van een hellegangsdag. Dat zou dan op Stille Zaterdag moeten gebeuren, de dag dat Jezus in het graf ligt. Zo’n voorstel deden de schrijvers van de Christelijke Dogmatiek, een dikke pil waarin een klassieke geloofsvisie wordt gepresenteerd. Ze wijzen op de Apostolische Geloofsbelijdenis waar staat dat Jezus na zijn dood is ‘nedergedaald ter helle’. Woorden die vandaag de dag meer vraagtekens oproepen dan toen. Want bij een dodenrijk of hel kon men zich destijds wel wat voorstellen: ook zoiets was dichtbij, ergens onder ons, diep in de aarde. Daar verbleef iedereen die gestorven was, in afwachting van de laatste dag, de dag des oordeels waarop de schapen van de bokken worden gescheiden.

Daar in het onderaardse ging Jezus, zo is de suggestie, alle rechtvaardigen aanzeggen dat Hij de dood had overwonnen. Zij mochten nu met hem mee, het nieuwe leven tegemoet. Daar doorheen speelt ook de gedachte dat Jezus in de hel de confrontatie is aangegaan met de duivel. Hij had met zijn dood de losprijs betaald voor de mensheid, die door de duivel gegijzeld was. Of – weer een andere gedachte Jezus had met zijn dood en opstanding de duivel met een list om de tuin geleid. Die duivel meende dat het over en uit was met jezus, maar niets daarvan… het werd Pasen. Dat is een oud motief dat je ook bij Luther nog kunt tegenkomen. de duivel als de bedrogen bedrieger. Zo werd de zondeval rechtgezet, toen de slang Adam en Eva had verleid en het kwaad vrij spel kreeg. Nu kwam deze oude bedrieger zelf met Pasen bedrogen uit.

Geweldige speculaties en fantasieën, gemeente, maar ook mythische gedachten en verhalen waar we nu niet zomaar op kunnen teruggrijpen. Zonder het kwaad in de wereld te ontkennen, is het goed grote vraagtekens te plaatsen bij het bestaan van zo’n concrete duivel. Want dan zou er in deze wereld een tweede macht tegenover God zijn, en dat past niet bij het monotheïsme van de Bijbel. En wat moet je met een hel, met eeuwige pijn voor zondaren? Past dat wel bij de genade en verzoening die het christendom in Jezus verkondigt? De zeer menselijke paus Johannes 23-ste wist ooit de kool en de geit mooi te sparen met zijn opmerking: de hel bestaat wel, maar er zit niemand in. Om maar aan te geven dat mensen niet zomaar wegkomen met hun wandaden, maar dat een liefdevolle God zich nauwelijks laat rijmen met een eeuwige straf.

Bijbels gezien heeft zo’n hellegang geen goede papieren. Er worden dan
teksten bijgehaald die op z’n minst nogal vaag zijn. Een van die teksten lazen we vandaag in I Petrus 3. Daar staat dat Jezus ‘naar de geesten is gegaan die gevangen zaten’ om zijn goede nieuws te verkondigen. Maar dan gaat het niet om overleden rechtvaardigen die met hem mee mogen. Nee, volgens de schrijver gaat het bij die ‘geesten’ om onrechtvaardige mensen die al in de dagen van Noach weigerden naar God te luisteren. En ook om hun nazaten, die God evenmin wilden kennen en gehoorzamen. Maar wanneer Jezus bij deze gevangenen op bezoek is gegaan, wordt niet helder. In de drie grafdagen tussen Goede Vrijdag en Paasmorgen? In de veertig dagen voor Hemelvaart? En waarom Jezus dit gedaan heeft, wordt evenmin duidelijk. Krijgen deze onrechtvaardigen alsnog de kans zich te bekeren en te laten dopen? Heeft de schrijver het daarom over Noach, de zondvloed en de doop? Die suggestie wordt hier in de tekst gewekt maar het blijft allemaal rijkelijk vaag. We weten niet wat de schrijver precies bedoelt. En mochten we daar ooit achter komen, dan weten we niet of we zijn gedachtegoed nu nog delen. Want het is allemaal nogal wonderlijk en speculatief. Ik vrees dat hij ons niet kan overtuigen. Als het over de laatste dingen gaat, over het eind van de wereld (zoals gisteravond) of over hemel en hel, stellen we ons in deze tijd liever wat bescheiden op. Wie kan daar iets zinnigs over zeggen? Dat laten we liever over aan Gods wijsheid, aan zijn goedheid en genade die zoveel groter zijn dan de onze.

Wat mij betreft dus geen hellegangsdag, gemeente. En als ooit Hemelvaartsdag een keer sneuvelt, zal ik daar niet rouwig om zijn. Ja, van mij mogen Pasen en Pinksteren zelfs op één dag vallen, al kost dat al met al wel enkele feestelijke vrije dagen en wordt dat wel wat kaal in het kerkelijk jaar. Je zou er trouwens ook een interreligieuze dag met joden (hemelvaart Elia), moslims (hemelvaart Mohammed) en andere geïnteresseerden van kunnen maken. Op zich zou een feestdag minder geen probleem moeten zijn voor christenen. Want ten diepste gaat het om één en dezelfde boodschap: Jezus als levende Heer is niet alleen opgenomen bij God of in God, maar Hij is en blijft tegelijk met zijn Geest in ons midden. Dat is de troost en inspiratie die uitgaat van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren tegelijk. Daaruit leven we als gelovigen nu al zo’n 2000 jaar. Amen


 
terug