Preek van zondag 27 september 2020 Preek van zondag 27 september 2020
Lieve mensen, gemeente van Christus
Vrede verbindt verschil. Waarom vind ik dat zo’n goed gekozen thema? Omdat het een gangbaar misverstand corrigeert, een misverstand waar ik zelf ook vaak in mee ben gegaan en u misschien ook. Want we denken vaak: vrede is iets tussen mensen die op den duur ontdekken dat ze allemaal gelijk zijn. Dat, als het erop aankomt, we eigenlijk toch allemaal hetzelfde denken of willen. Als we dat maar onder ogen zien, dan zou het als vanzelf vrede worden in deze wereld en vallen we elkaar in de armen. Want zijn we niet allemaal één? Goed, op het biologisch vlak van homo sapiens kan dat kloppen. Alhoewel, daar heb je al mannetjes en vrouwtjes, en de één schijnt van Mars en de ander van Venus te komen. En dan laat ik maar even rusten of er misschien echt leven op Venus is. Wie weet…? Trouwens, biologisch is er meer verschil, die tweedeling in mannetjes en vrouwtjes is wellicht te simpel. Dat leren we van de LHBT-beweging, of LHBTI, met name van transgenders en mensen met dubbele geslachtskenmerken. Niet iedereen voelt zich thuis in zijn of haar lichaam, niet iedereen is gelukkig met die verdeling van de mensheid in mannen en vrouwen. Ook daar kan het al schuren. We zijn wel elkaars gelijken, maar we zijn niet zomaar hetzelfde, we zijn niet zomaar één.
Nee, we zijn vaak heel verschillend, ook in wie we zijn als mens, in ons doen en laten, ons denken en voelen, ja ook in de wijze waarop we geloven. Vergelijk christenen maar eens met moslims, dat is vaak een wereld van verschil. En als mensen roepen: we geloven toch in dezelfde God, dan zet ik daar wel eens een vraagteken bij. Is dat niet te kort door de bocht? Is de God van de Koran dezelfde als die van de Bijbel of zijn er juist wezenlijke verschillen? Trouwens, zoiets geldt ook voor katholiek en protestant. We hebben de neiging, zeker op een dag als deze, om te onderstrepen dat we als christenen ten diepste hetzelfde geloven. Maar misschien moet je wel zeggen: we beseffen dat er grote verschillen zijn, maar tegelijk vinden we het belangrijk om desondanks elkaar op te zoeken en onze verbondenheid te vieren. Want vaak was het door de eeuwen heen geen pais en vree. En dat willen we in deze tijd bewust anders doen.
Ik zei al iets over man en vrouw. Nou, die verschillen tussen katholiek en protestant, zei iemand ooit kernachtig, draaien ergens ook om een man en een vrouw. Die man is natuurlijk de Paus, die onder protestanten wel op waardering kan rekenen – de ene keer meer, de andere keer minder ‒ maar nooit de status en het aanzien zal krijgen als in katholieke kring. En zoiets geldt ook voor die vrouw, want dat is natuurlijk Maria. Ook in de protestantse wereld wordt zij hogelijk gewaardeerd, maar ze zal nooit de namen of titels krijgen van eeuwige maagd of moeder Gods. Die twee voorbeelden kun je aanvullen met een andere kijk op de kerk, het ambt en het celibaat, of met een andere beleving van de eucharistie en het avondmaal. En dan weet ik wel: sommige protestanten voelen zich behoorlijk katholiek ‒ zie mijn gewaad ‒ en sommige katholieken behoorlijk protestant, dus je moet het zeker niet uitvergroten. Maar dat we zomaar hetzelfde geloven, nee, dat is te kort door de bocht. Laten we liever onze verschillen koesteren, want die zijn er en mogen er blijven. Oecumene is geen eenheidsworst, gelukkig niet!
Als we allemaal hetzelfde waren, zou vrede eenvoudig zijn, een kwestie van appeltje eitje. Maar het zijn juist die verschillen die vrede, in de wereld en in de kerk, tot zo’n lastig, vaak moeizaam proces maken. Verschillen tussen witte, gekleurde en zwarte mensen, tussen boeddhisten, joden, moslims en christenen, tussen katholieken, protestanten en oosters orthodoxen ‒ al die mensen staan vaak heel anders in het leven en in hun geloof. Hoe houd je dat in deze wereld bijeen, hoe laat je dat niet uitlopen op hopeloze verdeeldheid of strijd? Dé grote uitdaging van deze tijd, las ik deze week nog bij een theoloog, is hoe we mondiaal leren samenleven met mensen die totaal anders denken en geloven dan wij. Hoe scheppen we verbondenheid tussen al die verschillende mensen die deze aarde bewonen? Daarom is dit thema van de vredesweek zo midden in de roos: vrede verbindt niet wat hetzelfde is, nee, vrede verbindt verschil. Daarom is vrede stichten een lastige klus waar we keer op keer onze tanden op stukbijten.
Bij Paulus lezen we, in zijn brief aan de Filippenzen, wat bij het zoeken naar verbondenheid en vrede belangrijk, ja onmisbaar is. Staan we op onze strepen, met onze geldingsdrang en eigenwaan, of kunnen we bescheiden zijn, klein worden en ons kwetsbaar maken, zoals Christus dat kon? Laat die gezindheid onder u heersen, schrijft Paulus, die in Christus Jezus was. Hij die zo dichtbij God leefde, stond ook zo dichtbij de mensen. Zo groot als Hij was, zo kwetsbaar en dienstbaar was Hij in ons midden. Dat mist Paulus blijkbaar in Filippi. In die gemeente heerst wel grote eensgezindheid maar er lopen blijkbaar ook nogal wat grote ego’s rond die vooral zichzelf dienen of hun eigen gelijk verkondigen. Bij hen is die gezindheid van Christus ver te zoeken. Niet dat Hij zichzelf verloochent of monddood laat maken. Nee, Jezus laat zich zelf wel degelijk gelden in zijn woorden en daden. Maar klein worden, jezelf ontledigen, dat is als gelijken naast de ander gaan staan, als Christus oprechte aandacht tonen voor zijn of haar leven. Zonder meteen te oordelen over wat je vreemd vindt of niet in je straatje past, zonder je te verheffen, te pantseren en de confrontatie te zoeken. Iemand oprecht aandacht geven, niet om te benadrukken dat we hetzelfde zijn, maar om juist de verschillen te ontdekken en die te erkennen. Bij mensen die serieus zijn en die je serieus kunt nemen, zeg je dus: ik ben benieuwd naar jouw anders zijn, naar jou als uniek mens. Zonder dat ik je wil omvormen naar mijn eigen beeld en gelijkenis – die oerdrang in een mens. Dat is werken aan vrede die verschillen verbindt, zonder die ander te miskennen en zonder jezelf te verloochenen. Je beseft dat je heel anders in het leven en je geloof kunt staan, maar dat leidt niet tot strijd. Waar zoiets over en weer gebeurt, daar groeit verbondenheid en vrede.
Dat loslaten van je grote ego zie je ook gebeuren in de korte gelijkenis van Jezus. Een vader vraagt zijn zonen om aan het werk te gaan in zijn wijngaard. De ene zoon zegt ‘nee’ maar bedenkt zich en doet het alsnog, bij de ander gebeurt precies het omgekeerde. De eerste zoon begint vanuit zijn ego, zo van: ik bepaal zelf wel wat ik doe. Maar dan beseft hij dat zijn vader hem nodig heeft. Hij komt tot inzicht en maakt zich alsnog klein en dienstbaar. Bij zijn broer is het andersom. Hij doet zich loyaal en dienstbaar voor, maar denkt al snel: laat die ouwe maar zeuren en het zelf opknappen. Hij laat alsnog zijn eigenbelang, zijn grote ik domineren. Dat zit diep in een mens. en kwam deze week weer opzichtig naar buiten. Ik denk aan de mij onbekende, met viruswaanzin behepte BN-ers. Schapen zonder herder, ja, onnozele schapen die denken dat ze zelf al herder kunnen zijn. Gelukkig bleken het, net als die eerste zoon, neezeggers die alsnog ‘ja’ gingen doen. Maar goed, we hebben zelf ook geen reden om ons als kerken op de borst te slaan. Hoe vaak zeggen we niet ‘ja’, als het om de oecumene gaat, maar doen we als het erop aankomt ‘nee’. Dat maakt ook de oecumene zo’n taai proces. Ik denk aan de dominee die bad: Heer, wij verlangen naar eenwording van uw kerk. Maar haast U niet, het mag nog wel even duren. Liever morgen dan vandaag…’
Als kerk zullen we ons niet op de borst slaan. Wel kunnen we onszelf en de wereld steeds weer wijzen op de gezindheid van Christus. Laten we bij hem in de leer gaan, om te leren hoe je klein wordt en kwetsbaar durft te zijn. De goddelijke weg van de zelfontlediging die tot ware vrede leidt. Niet opgaan in je eigen waan, aldus Paulus, maar in alle bescheidenheid de ander belangrijker achten dan jezelf. In die gezindheid van Christus ligt de weg naar verzoening en vrede. Vrede die verschil verbindt. Amen

 
terug